Het is rond 10 uur ’s ochtends wanneer ik samen met mijn collega voor de dag de statige deur van het statige pand achter me sluit. De hoge plafonds, grote en brede trappen en prachtige vloeren verraden niet direct dat in dit pand het Internationale danstheater huist. Maar mooi is het wel.
“Trap of lift?” Vraag mijn voorlopige collega Annemiek Barnouw. Ras-luiaard die ik ben kies ik voor de lift. Later op de dag blijkt dat een prima keuze, want de trappen in dit reusachtige Amsterdamse grachtenpand zijn moordend.
De toer
Mijn dag bij dit huis der dans start met een uitgebreide toer van het gebouw. En hoewel het nog redelijk vroeg in de ochtend is, wordt er al keihard getraind door de dansers die hier hun dag doorbrengen. In een grote zaal staan tientallen lenige luitjes met griezelig gemak met benen in hun nek, voeten over hun schouders en draaien ze rondjes alsof het niks is. Nice!
Omdat mijn eigen presentatie, die zal gaan over personal branding en bloggen, pas aan het einde van de dag plaatsvindt, volgt op de toer van het gebouw (had ik al gezegd dat het prachtig is?) een rondje CMS.
Oef
Het CMS….wat kan ik zeggen. Er zijn slechte CMS’en en er zijn vreselijke CMS’en. En de meeste zijn een combinatie van die twee. Voor gebruikers van die systemen is het leven bij vlagen een hel. Aan de andere kant is iedere overwinning een grote. Annemiek toont mij een staaltje omslachtigheid (waar het CMS debet aan is) waar een mens duizelig van zou worden. Maar zoals veel contentmanagers heeft zij er niet alleen mee leren omgaan, maar is ze er gewoon master in. Jammer dat weinig bedrijven de kosten van het gebruik van dit soort systemen niet goed doorrekenen: de vertraging, de frustratie, dat wat maar niet wil werken…Ach, het is het leven van de webtekstplaatser.
De sector
Dan is het tijd voor een praatje over de kunstsector. Een sector waar veel moois uit komt en die ik eerlijk gezegd helemaal niet zo goed ken. Ik luister dan ook gefascineerd naar het relaas van Annemiek. Het Internationaal Danstheater ontvangt totaal geen subsidie meer met ingang van 1 januari 2013. Sinds vorig jaar zijn ze al helemaal anders gaan werken. Waar dansers vroeger in vaste dienst waren, wordt er nu op productiebasis ingehuurd en ook de andere staf van het bedrijf is meer dan gehalveerd.
Onmogelijke opdracht
Nu zijn er natuurlijk allerlei discussies over kunstsubsidies, maar wrang is het wel. De subsidieverstrekker had het Danstheater eigenlijk maar anderhalf jaar gegeven om compleet anders te gaan werken. Dat is natuurlijk een onmogelijke opdracht. Niet dat ze het niet hebben geprobeerd: alle maatregelen werden netjes genomen. Maar elke verandering moet ook landen in een organisatie…zo ook bij het Danstheater. Gek genoeg was daar de tijd te kort voor, met als resultaat dat de omslag die gemaakt moest worden niet voldoende uit de verf is gekomen en er nu geen subsidie meer wordt verstrekt. Jammer, want – heb ik mij laten vertellen – het Internationaal Danstheater richt zich op dans uit verschillende culturen. Dit soort dans laten andere dansinstellingen liggen en trekt soms lastiger een groot publiek. Waren die subsidies nou niet juist bedoeld om (kort door de bocht) niet alleen met De Toppers te blijven zitten?
The show must go on
Maar goed, het Internationaal Danstheater gaat door. Er wordt bezuinigd, er wordt heroverwogen, er wordt verkocht (mooie kostuums bijvoorbeeld) en er wordt gevochten voor het voortbestaan.
Na dit verhaal van treurnis, maar ook vechtlust, mag ik nog maar een keer naar de dansers kijken. Eerst in de zaal waar voor het stuk Subways wordt gerepeteerd, dan in de zaal waar voor de Zonnekoningen wordt gerepeteerd. WAUW.
Zeker 20 minuten staan we beiden gefascineerd te kijken. De kracht van deze (toch wel magere) dansers, de controle over hun lichaam. Het is een feest om naar te kijken. Ik voel me overigens ook meteen een kleine fatso, maar ach, dat spoel ik weg met een broodje tonijn met lekker veel mayo.
Back to the web
Dan is het tijd om het weer over internet te hebben. We bekijken de websites en bespreken het soms lastige parket waar het Internationaal Danstheater zich in bevindt. Zo verkopen zij niet direct aan bezoekers van hun producties, dat doen de zalen waar de producties draaien. Hierdoor heeft de site een beetje een vreemde plek in het geheel: allerlei belangen partijen (zoals scholen en de theaters) kunnen er inloggen.
Er is zelfs een shop. Maar verder is de site er om vooral te informeren en voelt het nog redelijk aan als brochuresite. Daar zijn zeker meer mogelijkheden, dat voel ik aan mijn water. Maar in een organisatie die steeds lichter wordt, wordt dat eigenlijk vooral lastiger. Dat is begrijpelijk, al vind ik het als webchick natuurlijk een gemiste kans.
Annemiek en ik discussiëren er eindeloos over (en over nog veel meer). We zijn daar goed in en ik vind het gezellig. Ik ben gék op een goed gesprek.
Zo vullen we de tijd met praten over internet, discussie over intranet, kletsen over webshops en het leuten van thee. Maar dan is het toch echt tijd voor mijn presentatie.
Personal branding
Personal branding, ik heb er natuurlijk een hekel aan. Maar het web gebruiken om jezelf te profileren op een gezellige manier, daar vind ik niks mis mee. En voor de freelance dansers van het Internationaal Danstheater zijn er mogelijkheden te over.
Een beetje zenuwachtig erover ben ik wel. Meestal bestaat mijn publiek uit webnerds of communicatie-/marketing-geeks, wat gaan deze flamboyante topsporters vinden van mijn geeky verhaal.
Gedreven publiek
Met pen en papier zitten ze klaar. Twee van hen ken ik nog van So You Think You Can Dance. Nice! Hoewel de lenige dames en heren de héle dag keihard hebben gewerkt, luisteren ze aandachtig. De meeste van hen zijn niet vreselijk actief online. Hun leven bestaat uit dans, zoals mijn leven bestaat uit internet. Maar algauw blijkt wel dat de meeste van hen wel mogelijkheden zien. Mogelijkheden om naast hun danstalent meerwaarde te creëren. Om bij de volgende auditie niet alleen perfect gestrekte tenen mee te nemen, maar misschien ook wel een actieve groep volgers die het voor een choreograaf nog interessanter maakt om hen bij een productie te halen.
Na een uurtje is het genoeg. Langer wil ik ze niet vasthouden, want ze zijn gesloopt, dat is duidelijk. Maar hun reacties zijn leuk, lief én enthousiast en daar ben ik natuurlijk heel blij mee.
Geïnspireerd
Na een dagje op de set van Fame (nou ja, voor mijn gevoel dan), weet ik wel zeker dat de dromen die ik als kind had – over een glamoreuze danscarrière -zeer onrealistisch waren. Wat een baan, eentje die je alleen met echte liefde volhoudt. Ik ben geïnspireerd en kijk nu al uit naar mijn volgende stage. Het was weer mooi.
Wil je mij ook over de vloer (ik ben te harden dus he) en kan ik je ergens bij helpen, terwijl jij mij mooie (oorlogs)verhalen kunt vertellen over de online afdeling waar jij werkt? Laat dan van je horen. Je kunt er in elk geval hier meer over lezen of lees over mijn eerste stage bij Oxfam Novib of mijn tweede stage bij Dierenpark Emmen. Je kunt natuurlijk ook gewoon metéén het onderstaande formulier invullen.