Mannentaal versus vrouwentaal

Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Een probleem? Nee, zolang we ons maar realiseren dat er op die andere planeet niet altijd volgens onze regels gecommuniceerd wordt. In deel 1 van deze serie beschreef ik hoe communicatie tussen mannen en vrouw(en) tot de nodige verwarring kan leiden. Deel 2 liet de kansen zien van zakelijk flirten. In dit deel wat je kunt met de verschillen tussen mannentaal en vrouwentaal.

Concrete verschillen

Onderzoek wijst uit dat…

  • mannen met borstresonantie spreken en vrouwen met kopresonantie, wat een andere stemkleur geeft. Een lagere stem wordt op de werkvloer geassocieerd met gezag en een hogere met stress en labiliteit.
  • vrouwen vaker een vragend intonatiepatroon gebruiken en mannen vaak luider praten.
  • mannen vaker krachttermen en onnodig moeilijke woorden gebruiken; vrouwen gebruiken verkleinwoorden en versterkingswoorden, zoals ‘heel’, ‘ontzettend’ en ‘erg’. Maar ook: ‘Dat zou misschien best wel eens zo kunnen zijn’, in plaats van ‘Dat is zo’.
  • mannen uiten in een gesprek eerder een tegengestelde mening of gaan het conflict aan; vrouwen stellen veel vragen, niet alleen inhoudelijk maar ook om een prettige conversatie op te bouwen.
  • mannen nemen in vergaderingen maar liefst drie keer zoveel spreektijd als vrouwen.
  • vrouwen zijn actiever in lichaamstaal en letten beter dan mannen op de non-verbale communicatie van hun gesprekspartner, ook glimlachen en knikken ze meer.
  • mannen geven een compliment als waardeoordeel en zijn zich bewust van de ongelijke verhouding die dat teweeg brengt tussen gever en ontvanger; vrouwen zien een compliment vooral als een gebaar

Wie meer wil lezen over mannentaal-vrouwentaal kan terecht bij mijn voornaamste bron, een overzicht van Marijke Naezer.

Verschillen tussen mannentaal en vrouwentaal: uitdaging voor zakelijk flirten!

Wat heb je eraan en wat kun je ermee?

Moeten mannen nu doen alsof ze van Venus komen? Of moeten vrouwen steeds weer die reis langs Mars maken? Dat is vrij omslachtig. Waarom dan al die studies naar het verschil tussen mannentaal en vrouwentaal? Wat heb je daaraan? Allereerst helpt het om het taalgedrag van onze gesprekspartners te begrijpen en vooral de waardering die daaraan gegeven wordt.

Stel je bent in gesprek met iemand van de andere sekse en je voelt je plotseling onzeker, in verwarring of beledigd. Ga eens na welk mechanisme er achter het taalgebruik van je (mannelijke of vrouwelijke) gesprekspartner schuil kan gaan en welke waardering we hier doorgaans aan geven. Bijvoorbeeld:

  • Voel je je onzeker door een compliment dat je gesprekspartner gaf? (Was het voor hem/haar soms een waardeoordeel waaruit een ongelijke machtsverhouding bleek?)
  • Probeer je een gesprek op gang te brengen met wat opbouwende vragen, maar loopt de conversatie vast? (Antwoordt je gesprekspartner soms alsof je inhoudelijke vragen stelt?)
  • Denk je dat je gesprekspartner jou wel ziet zitten, omdat ‘ze zo lief lacht’? (Of was het alleen een non-verbale aanmoediging net als ‘hummen’?)

Mag het zo blijven?

Ik zou hier niet willen pleiten dat vrouwen mannentaal gaan gebruiken of andersom. Hoewel, andersom zal niet zo snel gebeuren, want mannentaal is nu eenmaal de norm. Margaret Thatcher ging niet voor niets op spraakles om een lagere stem te krijgen. Nee, het lijkt me mooi als gesprekspartners kennis van en begrip hebben voor de verschillen in taalgebruik: die vrouw met die wat hoge stem is niet per definitie labiel of gestressd en die man met die lage stem is geen machtswellusteling. Het spanningsveld tussen mannentaal en vrouwentaal zal er gelukkig altijd blijven.

0 Shares:
Dit artikel is 3.297 keer gelezen