WARNING: aangeraden wordt een opvallend grote korrel zout te consumeren –  met kekke hoeveelheid water – vóór het nuttigen van deze tekst.

Het is alweer even geleden dat ik een kantoormuis was. Alweer even terug dat ik verplicht de dagelijkse kantoordans deed. Meestal ook nog eens bij grote bedrijven: bedrijven dus die erg goed zijn in die kantoordans. Maar bij vlagen doe ik een klus waarvoor ik geacht word om – gewapend met mijn toegangspasje – een paar dagen per week door de eindeloos goed beveiligde poortjes van een kantoortuin te wandelen.

Gek genoeg is het dan best leuk, want tijdelijk en nostalgie enzo. Maar algauw krijg ik flashbacks naar vroeger, toen dit 36 tot 40 uur per week mijn leven was. Pffff. De ellende van de kantoortuin, zoals ik ‘m zie in elk geval.

01

De reis

Of je nou met het OV gaat of met de auto, de uitkomst is hetzelfde: elke dag verspil je uren aan onderweg zijn. En dat onderweg zijn is oorlog. Zodra je in de auto stapt (of zelfs maar de deur uit), is de grote strijd om er snel te komen, begonnen.

Met het OV betekent dat: vechten om in de bus te komen, vechten om je pasje tegen die vervelende ov-chipknip-palen aan te houden, vechten om de trein in te komen, vechten om een plek te vinden, vechten om de trein weer uit te komen. Tegen de tijd dat je op kantoor bent, heb je verscheidene oorlogen gewonnen en verloren en sta je strak van de adrenaline.

Maar de auto is niet veel beter: vechten om de stad uit te komen, vechten om de snelweg op te komen, aanschuiven in de file, niemand die je doorlaat, waarop jij weer niemand ertussen wilt laten, besluiten welke baan je het beste kunt pakken en altijd de verkeerde kiezen.

Oorlog. Nog voordat je maar één echte werkminuut hebt geïnvesteerd, ben je al uitgeput en toe aan een straffe bak koffie.

02

Die grijze klomp

Soms heeft de grijze klomp kleurtjes en toch maakt dat de grijze klomp niet minder grijs: de kantoortoren. Ga er maar eens voor staan en kijk omhoog. Hoe indrukwekkend! Iemand had blijkbaar heel wat te compenseren.

Maar zelfs als dat niet zo is, rijst de vraag: hoe kun je van mensen die in zo’n grijze klomp moeten werken, verwachten dat ze ook maar iets creatiefs verzinnen…ooit. En natuurlijk snap ik best dat als je 8000 of 10.000 mensen in dienst hebt, je algauw bij een grijze klomp uitkomt. Maar ik ben toch overtuigd dat het minder grijzeklomperig zou kunnen. Zowel van binnen als van buiten overigens.

03

De lift

Spitsuur is natuurlijk niet alleen tijdens je reis. Was het maar zo’n feest.  Wanneer je een paar duizend mensen in een gebouw propt moet je dat gebouw de lucht in bouwen. En wanneer je dat doet, moet je liften installeren. En als je die hebt, dan is er een nieuw file-punt geboren.

Hoe vaak heb je niet ’s ochtends voor die lift staan wachten, terwijl de minuten langzaam voorbij tikten. Hoe vaak heb je niet overvolle liften zien vertrekken. En hoe vaak heb je niet die ene supergrote gozer zich nog nét in die overvolle lift zien proppen, terwijl hij zegt: “Oh, dat gaat nog makkelijk!” en de verslagen blik in de ogen van zijn liftgenoten gezien, terwijl de deuren zich sloten. Vaak!

04

De computerfaciliteiten

Hoe het ook zij, je hebt het gered. Je zit op de 12e achter je bureau en zet je computer aan. Tijd voor koffie. En misschien voor een vakantie naar een tropisch oord. Want voordat die computer ook echt aanschiet, ben je (in elk geval gevoelsmatig) weken verder. Als je computer thuis zo sloom was, gooide je het ding uit het raam. Maar hier op kantoor – waar je wordt geacht er serieuze dingen mee te doen – werk je met dezelfde apparatuur waar Jezus ooit zaken mee deed.

Maar naast de bak zelf, gunt men je ook geen echte software. Je werkt met een versie van Office waarvan zelfs Microsoft niet meer weet dat het bestaat en elke website die je bezoekt schreeuwt in doodsangst tegen je dat je een nieuwe browser moet downloaden.

Ik ga er dan overigens wel vanuit dat je überhaupt een website mag bezoeken, want als je pech hebt moet je nog schriftelijk toestemming vragen om te mogen Googelen. Facebook? Twitter? No way. Je baas wilt niet dat je een beetje gaat zitten lummelen. Dat je zelf een smartphone bij je hebt en je kunt lummelen wanneer jij daar zin in hebt én dat Twitter en Facebook net zo goed productiviteits-killers als –vergroters kunnen zijn, dat kan je baas niks schelen. Géén lol op werk ja!

05

Wij-zijn-óók-tofferitis B

Werk je bij een commercieel bedrijf, dan is de kans groot dat je baas al het bovenstaande probeert te compenseren met een gameroom. Een ruimte waarin een tafelvoetbaltafel staat of misschien een grote televisie waar een Wii op aan staat gesloten. Zo hoopt je baas dat je de ellende van de kantoortuin een beetje vergeet. Zo wordt die vreselijke plek, die lijdt aan sick building syndrome, opeens een soort Google HQ. Niet echt natuurlijk, want zo leuk is dat tafelvoetballen nou ook weer niet, maar het is in elk geval een poging.

Werk je bij zo’n commerciële organisatie, die ook hip wil zijn, maar is er geen tafelvoetbal? Dan komt dat omdat een van je collega’s eens heeft geklaagd over dat ding: niemand deed meer z’n werk en hij had daar last van. Mensen maakten hun uren niet en…nou kortom, toen heeft de baas maar besloten om de entertainment te verwijderen. Want wie het hardste klaagt, krijgt altijd z’n zin.

06

Klaagkabouters

Daarmee zijn we ook meteen aanbeland bij je collega’s. Dat kan verkeren hoor. Er zitten – als je geluk hebt – hele leuke bij. Van het type dat je bijna mee naar huis wilt nemen. Maar de kans is aanwezig dat er in elk geval een aantal klaagkabouters bijzit. Mensen die de kunst van het spreken gebruiken om het negatieve in alles te vinden.

Ja ja, dat doe ik nu ook – maar normaal ben ik zo’n vrolijk meissie, dit is natuurlijk alleen ten dienste van dit artikel.

Terug naar de klaagkabouters. Die klagen dus. De hele dag. Over alles. Dat doen ze gelukkig wel met véél humor: “Hé parttimer!” als je een kwartiertje later binnenkomt dan zij. “Zoho, ambtenaar!” als je het waagt eens een kwartiertje eerder weg te gaan. De klaagkabouters lachen hartelijk om zichzelf, maar eigenlijk is het voor hen helemaal geen grapje. Ze willen het maar gezegd hebben!

07

De koffie

Ja, dat bruine spul in een bekertje dat men koffie noemt. Waarom lukt het mij om thuis wel een redelijke bak koffie te zetten, ook al vóór Nespresso-tijdperk en waarom worden we op kantoor verplicht om van die smerige bocht uit die machines van DE te drinken? Echt DE, háát je ons? Of zitten er in die levensgrote automaten pasgeboren baby’s die koffie in elkaar te zetten en heb je onze werkgever zo weten te paaien met een supergoede prijs? Hoe het ook precies zit, de koffie is objectief bepaalbaar minder lekker dan wat er willekeurig uit het achterste van een zebra komt.

Natuurlijk is er een koffiecorner, waar je wél koffie kunt bestellen die geen misdrijf is tegen de mensheid. Dat wel tegen marktconforme prijzen, zodat je een deel van het geld dat je hebt verdiend met het wachten op de lift, gewoon weer overmaakt naar de baas.

08

Happie doen?

Eigenlijk zou je elke ochtend een verse lunch voor jezelf klaar moeten maken. Eentje uit de schijf van 5, met alle ingrediënten waarvan je weet dat ze gezond zijn en nog lekker ook. Eigenlijk wel. Maar eigenlijk zou je ook moeten stoppen met roken of starten met sporten en dat doe je ook niet. Tegen de tijd dat het middag is heb je dus honger en moet je eraan geloven: de kantine.

Heb je geluk, dan kun je in de buurt van de grijze klomp misschien nog wat anders scoren. Maar veel beter dan patat wordt het dan vaak ook niet.

Dus ga je naar de plek waar iedereen en z’n tante zich nu heeft verzameld. Allemaal hongerig en allemaal gewapend met een chipknip. Je weet wel, dat ding dat je eigenlijk alleen nog maar in de bedrijfskantine gebruikt. Wat gaat het worden vandaag? Broodje bal? Een tosti met zweetkaas? Een veel te zoute soep? Het kan allemaal!

Om je heen zie je mensen volledige warme maaltijden oplepelen. En ergens weet je dat ze vanavond ook weer warm eten. Indrukwekkend. Heb je iets gekozen? Dan kun je nu wéér in de file gaan staan. Om af te rekenen nu. En dan nog om bestek te pakken. En dan weer om je rommel weg te gooien. En dan mag je eindelijk weer aan het werk. Maar niet voordat je weer heel lang op de lift hebt staan wachten natuurlijk.

09

Passief-agressief drukwerk

De printer wordt tegenwoordig natuurlijk niet veel meer gebruikt. We zijn allemaal duurzaam dus printen laten we wel uit ons hoofd. Daar is een grote uitzondering op. De papiertjes die we anoniem ophangen om zij-die-niet-goed-zijn-opgevoed een lesje te leren.

Dit zijn de bordjes die ik heb zien hangen:

  • “Wil je na het plassen, éérst afvegen, je broek optrekken en dán pas de deur opendoen.”
  • “Een goede collega houdt de keuken schoon.” Noemenswaardig om de clipart die hierbij gebruikt was
  • “Borstel je het toilet als het nodig is?”

Die eerste is natuurlijk echt van den zotte. Je vraagt je ernstig af welk voorval dat briefje als resultaat heeft gehad. Die laatste is ook hilarisch: iemand maakt het toilet smerig en wil weglopen zonder dat schoon te maken. Maar wacht…daar hangt een briefje…nu MOET ik wel! Die middelste is nog het meest infantiel, door de genoemde clipart en WordArt en uiteraard gebruik van Comic Sans. Als je wilt dat ik iets doe, dan is Comic Sans geen goed startpunt!

10

Flexplek of -vlek

Mensen houden ervan om te laten zien dat ze er zijn. Om hun aanwezigheid niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. Ooit pisten we vast effectief om ons heen om ons territorium te markeren. Op de middelbare school maakten we het ons toegewezen kluisje eigen door er tienerrommel in te hangen of bestickerden we onze schoolagenda net zo lang tot het een waar kunstwerk van uniciteit was. Het nieuwe werken, maar vooral flexplekken, hebben dat natuurlijke gedrag mooi in het nauw gedreven.

We worden geacht overal in het gebouw te kunnen werken. We worden geacht werkplekken totaal leeg achter te laten. Doen we dat? Nee. De meeste mensen zitten gewoon dag na dag op dezelfde “flexplek”. Toen heeft men er maar flexvlekken van gemaakt. Niet langer hoefde je op de tweede te gaan werken, terwijl je team op de achtste zat, nee nu heb je samen een flexvlek: een beperkte ruimte waarbinnen je dan van plek kan wisselen. Het probleem blijft hetzelfde. Ik wil gewoon die ene plek in de hoek, klaar uit.

Reden voor dat flexwerken is overigens dat een werkplek zo’n 30.000 euro kost. Een lege werkplek aan de ene kant, terwijl er tafels, stoelen en computers moeten worden bijgezet aan de andere kant – is dus heel erg duur. Heeft niet zoveel met de moderne mens of de behoefte van die mens te maken, maar gewoon ordinaire kostenbesparing. Niks mis mee overigens hoor. Maar zet dan niet op intranet dat je als organisatie mensen de mogelijkheid wilt bieden om overal aan de slag te gaan, zodat ze hun creativiteit optimaal kunnen benutten. Dan gaf je ze namelijk geen Blackberry of laptop van 200 kg.

11

De bedrijfsdans

Ga eens bij jezelf na: hoeveel tijd besteed jij per week feitelijk aan je werk (inhoudelijk) en hoeveel tijd besteed jij per week aan geneuzel eromheen. Mailtjes waar je in de cc staat bijvoorbeeld of meedenken met plannen en projecten waar ongeveer 242 mensen óók aan mee moeten denken, zodat niemand écht verantwoordelijkheid hoeft te nemen. Of aan ingewikkelde processen waarvan niemand meer weet waarom ze er zijn, maar die tot doel lijken te hebben het proces volledig te doorlopen. Of vergaderingen bijwonen waar niemand zich op heeft voorbereid, niemand echt iets te melden heeft en die toch bijna 2 uur duren.

Waarom houd je me zo van mijn werk af? Het is niet nodig. Het is alleen nodig als we samen vinden dat het nodig is. En het is dus direct niet meer nodig als we besluiten dat het niet zo is.

Zo zijn er bedrijven waar je geen e-mails meer mag verzenden. Er zijn bedrijven waar je weg mag blijven bij meetings, als de organisator geen doel heeft gesteld en geen input heeft verstuurd. En er zijn bedrijven waar mensen gewoon binnen hun functie, in hun eentje (I knowwww…what is this magic?) beslissingen nemen. Het kan anders. Echt.

Het is niet allemaal slecht

Werken in zo’n grote organisatie heeft natuurlijk ook onwijs veel voordelen: zekerheid, mooie secundaire en zelfs tertiaire arbeidsvoorwaarden (hoe ouder de organisatie, hoe beter dat allemaal geregeld is), soms een auto van de zaak, soms een (soort van) telefoon van de zaak, roddelen bij de koffieautomaat, borrelen op de vrijdagmiddag. Zelfs dat toegangspasje geeft je toch het gevoel alsof je bij een hele bijzondere club hoort. Ik blijf het dan ook leuk vinden om af en toe in de kantoorsoep te stappen, zolang ik er na enige tijd ook gewoon weer even uit kan stappen.

Ja, er zijn voordelen. Maarrrrr, daar hebben we het nu niet over. Dus hoor ik van jou graag: wat zijn jouw grootste kantoorirritaties?

0 Shares:

Wat is jouw mening?

Dit artikel is 318 keer gelezen