Websites vragen een geheel eigen tekststijl. Tenminste, dat vertelt iedereen me. Wat die geheel eigen stijl dan is, daar wordt niet over uitgewijd. Tips en trucs over zoekwoorden of de indeling van een blogpagina worden wel gegeven. Maar wat goed schrijven eigenlijk inhoudt, en vooral hoe je dat dan doet, daar heeft niemand een antwoord op. En toch weten we het wel. Op internet lezen we korte zinnen. Weinig komma’s. Zelfs zinnen zonder werkwoorden. Een zin die leest alsof je luistert. Of alsof je in je hoofd hardop aan het praten bent. De snelheid waarmee je leest, moet ook de schrijver gebruiken. We weten allemaal wat leesbare teksten zijn en wat niet. Alleen, hoe schrijf je ze? Korte zinnen, hap-slik-weg informatie, weinig afkortingen en jargon. Eigenlijk zouden meer mensen dat moeten doen. Al is het grootste afbreukrisico natuurlijk dat je infantiel taalgebruik neerzet. Zo praat je nog niet eens tegen de baby van je zus… dat soort taal moet je dus vermijden. Les 1 voor vandaag is: goed is goed genoeg. Vrouwen kunnen namelijk blijven twijfelen en het kan altijd beter. Maar wie een tekst schrijft om op te slaan in een computermap en nooit te publiceren, schrijft domweg gewoon niet. Wie niet publiceert, wordt niet gelezen. Gewoon proberen en het diepe in duiken. De tips en trucs maak ik me vanzelf eigen. Zo eigen, dat ik ze straks zelf kan weggeven. Tenminste, dat is de bedoeling. Dit ben ik, dit schrijf ik. En nu maar hopen dat jullie het lezen. Gerelateerd Geschreven door kiki-boe