Er is geen ander moment in de geschiedenis te ontdekken waarop de mening als magisch stopmiddel voor elke discussie, meer macht heeft gehad. Onder invloed van een steeds beter opgeleide bevolking, een welvaartsniveau dat de bovenste regionen van Maslows piramide mogelijk maakt en een generatie die werd opgevoed door de kinderen van de jaren ’70 is er niks méér heilig dan de eigen mening.
Met het internet als constant publicatiekanaal, hoeft die mening niet langer langs de barrières die vroeger door televisie-, radio- en krantenmakers werden opgeworpen. Iedereen kan publiceren en iedereen kan ten alle tijden zijn mening met de wereld delen. Op blogs, Facebook, Twitter en in de reactiesecties van kranten en tijdschriften is elke Nederlander opiniemaker.
Maar is elke opinie even waardevol? Is de mening waardevol omdát het een mening is en door een persoon wordt geuit. Of heeft de mening meer nodig dan aanwezigheid om van waarde te zijn?
Vrijheid van meningsuiting/vrijwaring van consequenties
Rondom de mening en de vrijheid die te uiten, bestaat nogal wat verwarring. Opvallend, want juist in Nederland is de vrijheid om dat te doen niet alleen gegarandeerd, maar ook een vrijheid waar op dagelijkse basis gebruik van wordt gemaakt.
Er worden hier vaak twee zaken door elkaar gehaald: de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van consequenties. De vrijheid van meningsuiting is een hele specifieke term die maar beperkt iets te maken heeft met op elk moment zeggen wat je vindt. Het verwijst naar de bescherming van de individu in zijn recht om zonder controle vooraf – door de staat – zijn mening te kunnen uiten.
Maar de term wordt voornamelijk gebruikt op het moment dat iemand een mening heeft en uit en een ander het daar heel erg niet mee eens is. Of op het moment dat er consequenties volgen op het uiten van die mening (bijvoorbeeld ontslag): “Ik heb vrijheid van meningsuiting hoor!” Claimt dan de meningsuiter. En dat klopt. Wat hij echter niet gegarandeerd heeft, is vrijwaring van consequenties.
Na het uiten van zijn mening hebben anderen het recht daar boos over te worden, die mening te diskwalificeren, het er mee oneens te zijn, maar ook om de rechtmatigheid van die mening te toetsen bij een rechter.
Het hebben en uitspreken van een mening is dus per definitie niet zonder enig risico. Zo is een mening die oproept tot haat of een uiting is van discriminatie potentieel strafbaar.
Wie online zijn mening uit, moet met dat gegeven rekening houden. Jouw mening kan gelezen worden en gebruikt worden in een zaak, maar bijvoorbeeld ook door een werkgever om ontslag te rechtvaardigen.
Het is zinnig om dat onderscheid tussen vrijheid van meningsuiting (gegarandeerd door onze wet) en vrijwaring van consequenties (op eigen risico), goed te kennen en de termen zorgvuldig te gebruiken. Wanneer ze regelmatig worden verward, voedt dat het idee dat de mening heilig is, wát de inhoud van die mening ook is.
Onderbouwd of leeg
Die inhoud is namelijk van groot belang bij het op waarde schatten van een mening. “Ik voel dat gewoon zo,” is niet alleen een non-argument, maar eenzelfde gespreksstopper als “Ik geloof dat gewoon” is in een discussie over religie. In het geval van religie is dat een reden om die discussie vooral niet aan te gaan. In het geval van maatschappelijke kwesties, is het wél hebben van discussies echter van groot belang. Want dat is de plek waar meningen leiden tot stemgedrag en dat stemgedrag leidt tot politieke keuzes.
Wanneer we de mening niet op z’n merites beoordelen, maar hem intrinsieke waarde toekennen, zeggen we dat alle meningen van gelijke waarde zijn. Daarmee ontnemen we onszelf de kritische houding die we in een wereld die ons overspoelt met informatie, zouden moeten hebben.
Niet alle meningen zijn van gelijke waarde. De mening “Alle joden zijn slecht.” Is niet van gelijke waarde als de mening “Gelijkwaardige toegang tot kwalitatief goed onderwijs leidt tot sociale mobiliteit omdat het mensen van alle sociale klassen een meer gelijkwaardige start op de arbeidsmarkt biedt”. Het eerste is een mening die niet gestoeld in enige realiteit en mist elke onderbouwing. Het tweede bevat – zelfs in deze korte uiting ervan – argumenten die de waarschijnlijkheid dat het waar is, vergroten.
Wie wel eens online op Facebook, Twitter of andere meningverzamelende plekken vertoeft, weet dat de gekste “feiten” voor waar worden aangenomen. De argeloze lezer blijkt moeite te hebben met het maken van het onderscheid tussen meningen en feiten. En moeite met het herkennen van het onderscheid tussen een goed betoog en een beschreven gevoel.
Daar zijn ze niet voor, die sociale media (althans, dat blijkt)
In 140 karakters een genuanceerde discussie voeren, bronnen vermelden en je van goede argumenten bedienen, is onmogelijk. Op Facebook aanhaken bij een discussie is vaak lastig: de lezer leest alleen de start van de discussie (van degene die het gesprek begonnen is) en reageert daarop, maar neemt zelden de moeite om het hele gesprek te lezen. Alsof iemand pas na een uur bij een discussie aan komt lopen en alleen reageert op wat er een uur geleden is gezegd. En dat geldt voor de meeste plekken online.
Een interessante paradox. Want waar aan de ene kant sociale media de vrije uitwisseling van ideeën en meningen faciliteert, worden we juist daardoor zodanig erdoor overspoeld, dat de tijd en het geduld ons ontbreekt om dieper op die meningen in te gaan.
En dat terwijl de mening zich een weg heeft gebaand naar alle lagen en instituties van onze maatschappij. Politici weten nu 24/7 wat er over hen en over beleid wordt gedacht en handelen daar vaak naar. Bedrijven willen en kunnen weten wat mensen vinden en proberen daarbij aan te sluiten.
Dat is mooi. Maar wat als die meningen niet onderbouwd zijn. Wat als die mening op Twitter over de gezondheidszorg een eerste buikreactie is, niet gestoeld op argumenten en niet gestaafd met feiten of zelfs gebaseerd op onwaarheden. Bewegen die politici (en dus onze democratie) dan ook maar gewoon mee als maar voldoende mensen het vinden? De populariteit van een programma zoals StandPuntNL en het opnemen van de Vox populi op Twitter in actualiteitenprogramma’s lijkt daar wel op te wijzen.
De oude Grieken anno nu
We leven in een tijd waarin de technologie zich onmogelijk snel ontwikkelt. Zijn we nog maar net gewend aan continu verbonden zijn per telefoon, dan bedenkt Google een bril waardoor we nog méér verbonden zijn. En voor wie de Google glass nog ver van de dagelijkse realiteit afstaat, is er in elk geval al de smart watch en andere manieren in en om het huis, in je auto en op kantoor om steeds maar weer die mening te uiten en met anderen erover te dimdammen.
Maar onze hersenen zijn oud en langzaam. Leren werken met die nieuwe technologie is al lastig voor velen. Leren omgaan met de maatschappelijke impact ervan nog veelal onmogelijk.
Onze kinderen groeien op in een wereld waarin ze continu toegang hebben tot oneindig veel informatie en tegelijkertijd zelf ook toe kunnen voegen aan die informatie. Ze zijn kijker én maker en vooral dat laatste zorgt dat zij meer verantwoordelijkheid dragen voor de wereld om hen heen dan de generaties voor hen. En dat is nogal een lastige taak om mee te krijgen.
De oude Grieken leerden hun pubers argumenteren en redevoeren. Al op jonge leeftijd kregen zij de tools mee om argumenten te duiden en logica of het gebrek daaraan te ontdekken. Die klassieke opleiding is juist in deze tijd, die veel complexer is dan de tijd van de toga, van groter belang dan ooit.
Niet langer zijn het de “talking heads” die voor ons bepalen wat waarheid is en wat we moeten vinden. Steeds meer moeten wij dat onderscheid zelf maken en die mening zelf vormen. Zonder de juiste tools is dat onmogelijk.
En in een maatschappij waarin we overlopen van de meningen, lopen we het risico dat we het slachtoffer worden van een tirannie van diezelfde meningen. Dat de mening die het hardst wordt geroepen, de meeste impact heeft. Terwijl de mening met de beste onderbouwing en staving dat zou moeten hebben. En natuurlijk zijn er tegengestelde meningen die beide goed onderbouwd kunnen zijn. De wereld is nu eenmaal niet zwart/wit, maar biedt vele tinten grijs.
Maar als we niet op korte termijn de mening ontdoen van zijn intrinsieke (en bijna heilige) waarde en hem weer voorzien van inhoud, dan is die mening voordat we het weten waardeloos. En dat zou voor iets waar wij als mensen uniek toe in staat zijn (het hebben en onderbouwen van een mening), toch een groot gemis zijn.
7 comments
“Niet langer zijn het de “talking heads” die voor ons bepalen wat waarheid is en wat we moeten vinden. Steeds meer moeten wij dat onderscheid zelf maken en die mening zelf vormen. Zonder de juiste tools is dat onmogelijk.”
Een prachtige zin (dank) die precies weergeeft waar in deze tijd het probleem ligt, mensen (en dus ook de buitenlanders en laaggeletterden in mijn wijk) zullen steeds meer zelf moeten nadenken over en beslissingen nemen voor hun eigen leven. Het vinden van oplossingen over hoe dat aan te leren en te laten functioneren is misschien wel de belangrijkste taak van deze tijd. Juist door de ‘onmogelijk snelle ontwikkeling’ van deze tijd is het voorkomen de ‘vervreemding’ (Hegel) bar nodig.
Ik zeg: Nederland-breed filosofieonderwijs vanaf de kleuterschool, uiteraard aan de leeftijd aangepast.
Ja, echt dat zou echt zo mooi zijn. Ik ben voor. Kunnen we daar een partij voor oprichten?!
Wat een geweldig artikel, complimenten!
Internet, debat, Oude Grieken: allemaal onderwerpen die mijn interesse hebben. Heel verrassend om ze zo aan elkaar gelinkt te zien.
Ik ben het zeer eens met de strekking van je verhaal. Wat er volgens mij bij past, is de oproep tot meer dialoog. Niet alleen discussie en debat, met onwrikbare stellingnames en monologen, maar echt met elkaar in gesprek gaan. Luisteren, argumenten uitwisselen en reageren op wat de ander zegt.
Als ouder van jonge kinderen probeer ik ze dat ook mee te geven. Maar het is wel moeilijk. Het zou heel mooi zijn als kinderen al vanaf de basisschool zouden leren om echte gesprekken te voeren, om te argumenteren en rekening te houden met anderen door te nuanceren.
Eens hoor: empathie is de basis van een goede en interessante, maar ook zinvolle discussie > inleven > luisteren.
Maar het zou ook fijn zijn als kids/volwassenen in staat zijn om uberhaupt een zinnig argument te herkennen.
Ik lees soms de online discussies en denk….what the hell. Niet om de mening die gedeeld wordt (soms ook wel), maar om het gebrek aan onderbouwing of slechte onderbouwing. Dat maakt discussiëren wel lastig en luisteren vaak ook moet ik eerlijk zeggen.
Denk ook dat het vooral is dat je zelf veel met content en hoe die het beste op te bouwen is bezig bent, veel reacties zijn van mensen die niet dagelijks met content bezig zijn en hun mening willen ventileren en dat zo goed en kwaad mogelijk proberen. Dat ze in valkuilen trappen is logisch, dat ze die niet direct herkennen ook, je kan ze daar dan weer op wijzen. Op school zou je dit al wel mee kunnen geven, discussiëren, gebeurt ook wel af en toe, maar niet alle leerlingen zien het nut er van in en snappen het nut ook niet en zullen later gewoon hun onderbuik gevoelens op het net gooien zonder over de onderbouwing na te denken.
Het waren ook enkel de welgestelde oude Grieken die hun pubers leerden argumenteren en redevoeren, hoe beter de leraar hoe duurder de lessen.
haha da;s waar (dat laatste). Maar dat geldt voor de democratie ook > die was er ook niet voor vrouwen en voor slaven. Dat betekent niet dat het idee van democratie minder waard is :)
Comments are closed.