Volgens Salon.com wijst recent onderzoek uit dat het internet grootouders overbodig maakt. Tenminste, als het gaat om het geven van advies. Jongeren zijn al zo verbonden met websites als Google, Wikipedia en YouTube, dat ze hun vragen liever intikken, dan deze aan hun opa of oma te stellen.

Overbodig door internet

Minder dan 1 op de 4 grootouders wordt nog gevraagd naar familierecepten of de beste manier om een versleten spijkerbroek te repareren. Slechts een derde werd nog weleens gevraagd naar hoe het leven was in hun jeugd. En de meeste grootouders hadden ook echt het gevoel dat hun rol in het gezinsleven overbodig raakte door internet.

“Grootouders geloven dat ze buitenspel worden gezet door Google, YouTube, Wikipedia en de enorme hoeveelheid aan informatie en advies op het internet,” zegt Susan Germor, die het onderzoek naar het doorgeven van huiselijke wijsheden uitvoerde. “Ze zijn zich ervan bewust dat hun kleinkinderen – die toch al met hun neus op hun laptop, smartphone of tablet zitten – het veel makkelijker vinden om op internet te zoeken naar instant advies.”

Communicatiekloof

Dat klinkt wel sneu. Maar ik vraag me tegelijkertijd wel af of dit nu iets nieuws is en of het alleen maar met de komst van internet te maken heeft. Of ook met de veranderde gezinsdynamiek en communicatie van de laatste jaren. Grootouders staan in veel gevallen verder weg van het gezin dan vroeger. Die zie je niet meer elke week, zeker niet als je boven een bepaalde leeftijd bent. Bellen is geen routine meer, daar moet je voor gaan zitten, net als e-mailen. En Whatsapp hebben ze nog niet.

Generatiekloof

Het bericht zegt ook niets over de leeftijd van de kleinkinderen van de ondervraagde opa’s en oma’s. Of over het soort vragen die nu niet meer aan opa en oma gesteld worden. Puberende jongeren die sowieso niet zitten te wachten op advies van ouderen, vragen dat ook niet aan – in hun ogen natuurlijk ongelofelijk oude – opa’s en oma’s. Huishoudelijke tips van grootouders zijn inmiddels wellicht achterhaald.

grooutouders overbodig door internet

Google knuffelt niet

Maar de kinders om mij heen van jongere leeftijd (1-12), vragen hun opa’s en oma’s nog de oren van het hoofd, over alles wat ze om zich heen zien. Bijvoorbeeld of slakken met of zonder huisjes geboren worden en waarom de maan overdag ook zichtbaar is. Vragen die opa en oma’s dan toch ook maar even opzoeken op internet. Op hun tablet, met de kleinkinderen gezellig tegen zich aan. En tegen dat moment en de knuffel die daarna volgt, kan Google volgens mij nooit op.

 

 

 

0 Shares:
Dit artikel is 3.448 keer gelezen