Met de oortjes in – luisterend naar Fastmoving Targets –  zie ik weer een *ik mis de goeie ouwe twittertijd* tweet voorbij komen. Ik ga dus nu maar eens hardop nadenken over het waarom.

Mijn Twittergedrag

Ik ben al een tijdje Twitterlid, heb een paar volgers, volg wat mensen terug en zeg soms iets. Ooit heeft iemand met zo’n mooie monitoringtool uitgezocht hoe mijn Twittergedrag eruitzag. Zo rond de 96% van mijn tweets zijn interactie. Ik communiceer dus met mensen. Tenminste, ik zeg iets tegen mensen, terugzeggen is soms wat minder. Oh en ik begin dus netjes een tweet met @…. ( #eikelpoetsers onder U, ik zet er niet stiekem een puntje voor zodat AL mijn volgers mijn communicatie kunnen zien).

Wat mij betreft zijn er een aantal problemen op Twitter of met Twittergebruik en als je die nu (geestelijk en gevoelsmatig) tackelt kan het zomaar wel weer meevallen. Zolang er nog geen vergelijkbare vervanger van Twitter is, doen we het er maar mee.

Twitter als woonwijk

Kom eens met me mee naar die woonwijk waar – boven het winkelcentrum – een aantal appartementen staat. De appartementen bestaan uit koop- en huurwoningen en zijn verschillend van omvang. Dus ja, er zitten penthouses op de bovenste verdieping. In het winkelcentrum zijn verschillende winkels gevestigd. Grote winkelketens, kleine zelfstandigen, food- en nonfood. Ook is er een buurtcentrum en zijn er medische en paramedische voorzieningen. Heb je een beeld, van waar we wonen?

Mijn Twitterprofiel is mijn brievenbus, met een vette NEE sticker erop (bij mij zijn dat zweeftweets, tegelspreuken en coaches). Ik heb mijn eigen naam op de brievenbus staan en niet een of ander vaag pseudoniem. Je weet dus wie ik ben, waar ik woon en wat ik doe.

De Twitterflat

In de flat wonen mensen die ik soms wel en soms ook niet gedag zeg, afhankelijk van hoe druk ik ben en of ik een lekkere bui heb. Vaak maak ik een praatje, vraag hoe het gaat en als ik iemand zie struikelen help ik hem of haar netjes overeind. Weer afhankelijk van de bui maar ook van zijn of haar gedrag naar mij toe, doe ik dat met een kwinkslag of met een geniepige opmerking. Mijn buren zijn de taalnazi, de kommaneuker en de betweter. Ik weet dat ze er wonen, maar zal ze niet op de koffie uitnodigen.

Soms staat er een huis te koop of te huur, zwaai ik ouwe buren uit en heet nieuwe buren welkom. Als ik denk… leuke mensen… dan help ik graag een handje om ze zich thuis te laten voelen. In de penthouses wonen de Tweeps die geld zat hebben om hun account te vullen met gekochte volgers. Zij besteden hun conversatie uit  aan anderen. De eerder genoemde #eikelpoetsers. “Met plebs praat ik niet, ik zit in mijn toren… mezelf vreselijk belangrijk te vinden”. Wacht maar tot de lift een keer weigert, denk ik dan.

De Twitterbusiness

De winkeliers zijn net zo verschillend als de bewoners. De kleine zelfstandigen doen er alles aan om het mij naar de zin te maken en we praten ook regelmatig even bij het boodschappen doen. We wisselen tips en trucs uit en bevelen elkaar aan bij anderen. De grotere zaken hebben een centraal gestuurd systeem en soms is het leuk en gaat het goed. Even vaak is het een ellende om tot ze door te dringen. Ergens hebben zij een ministerie van zenden zitten en ze hebben een #Whocaresafuck team.

Twitterfeestjes

De jaarlijkse evenementen zijn ongeacht de verschillen altijd even leuk. Je praat en drinkt namelijk zo veel mogelijk met de mensen waar je die klik mee hebt. Je neemt nieuwe buren mee om ze voor te stellen aan de leukerds en hoort af en toe in de nabije omgeving een grap. Soms gaat een nieuwtje als een lopend vuurtje door de flat.  Soms maken we ons gezamenlijk boos over iets, en soms zijn we boos op elkaar. Met een knal gaat dan de voordeur dicht en zak ik op de bank met een boek en ga in bad en dan naar bed (via @puur).

Zo is het leven… en zo is Twitter

Wie goed doet, goed ontmoet.

Hoe doe jij dat? Ben jij  een goede buur of een eikelpoetser?

0 Shares:
Dit artikel is 7.265 keer gelezen