In maart 2013 opende het New Yorkse Museum of Modern Art een heuse video game tentoonstelling. De expositie heeft veel kritiek te verduren gekregen. Zijn games kunst of horen ze helemaal niet in een museum thuis?
Veertien games
Binnen de video games-tentoonstelling in het MoMA worden (voorlopig) veertien games tentoongesteld waaronder Pac-Man, Tetris, SimCity 2000 en Sims, die door de bezoekers gespeeld kunnen worden. In de toekomst hoopt het museum voor moderne kunst het aantal games nog verder uit te breiden. De tentoonstelling heeft een hoop kritiek gekregen. Veel critici menen dat games geen kunstvorm zijn. Het MoMA maakt volgens hen de fout te stellen dat dit wel zo is door de games tentoon te stellen. Maar waarom kan Pac-Man niet naast Picasso hangen?
Sorry MoMA, video games are not art
Kunstcriticus van de Guardian, Jonathan Jones, meent dat het MoMA een misvatting heeft wat kunst betreft en dat video games niet als kunstvorm gezien kunnen worden. Het voornaamste verschil tussen ‘kunst’ en een game is volgens hem dat kunst een ‘act of personal imagination’ is en een game niet. Een speler kan zijn eigen verbeelding niet kwijt in een game, omdat de bedenker dat al gedaan zou hebben. Een spel kan geen kunst zijn – “the game of chess itself is not art nor does it generate art – it is just a game.”
Games zijn code
Vervolgens verscheen er op New Republic het artikel van Liel Leibovitz waar ook in beargumenteerd wordt waarom het MoMA een fout maakt door Pac-Man naast Picasso tentoon te stellen. Het argument van dit artikel is dat games geen kunst zijn omdat ze heel iets anders zijn, namelijk: code. “A few lines of code aren’t an artistic statement, but rather an action-oriented scrip that performs a specific set of functions.”
Design is the highest form of creative expression
Conservator van het MoMA, Paola Antonelli legt in een recente TED-lezing uit waarom zij Pac-Man tentoongesteld heeft. Allereerst wil ze graag duidelijk maken, Pac-Man hangt niet naast Picasso, die hangt namelijk twee etages hoger. Op een gevatte manier gaat Antonelli in op de kritiek die geleverd wordt op haar tentoonstelling. Op de uitspraak ‘games are not art’ antwoordt zij ook nooit geclaimd te hebben dit wel te vinden. Zij ziet games als design, wat voor haar als de hoogste vorm van creatieve uiting gezien kan worden. Door games tentoon te stellen probeert ze interactieve design aan de collectie toe te voegen.
Ook gaat ze in op Leibovitz’s argument dat games geen kunst zijn omdat het code is. Picasso zou dan namelijk ook geen kunst zijn omdat het olieverf is. Een loos argument dus volgens haar. Helaas maakt ze het zich hier wel wat makkelijk vanaf. Leibovitz stelt namelijk ook dat een game niet als kunst gezien kan worden omdat waar kunst alleen wordt beperkt door de verbeelding van de kunstenaar, code beperkt wordt door de beperkte mogelijkheden van de computer.
Behoud van voorwerpen
De tentoonstelling gaat wat Antonelli betreft om het behoud en het tentoonstellen van voorwerpen die steeds meer deel uit zullen maken van het leven in de toekomst. Waarmee ze onder andere doelt op de interactie die ontstaat door middel van games.
De persoonlijke ervaring van een game
Gelukkig heeft Antonelli meer voorstanders van de tentoonstelling. John Maeda, kunstenaar en graphic designer, vindt dat games wel degelijk als kunst gezien kunnen worden. Allereerst sluit hij zich aan bij Antonelli door te stellen dat games design zijn: “Like well-designed cars, well-designed videogames are a way of taking your mind to different places.” Hij meent dus dat er wel degelijk sprake kan zijn van ‘personal imagination’ en games ook als kunst beschouwd kunnen worden. Het is aan de ontwerper een ‘omgeving’ te creëren waar de speler een eigen persoonlijke ervaring beleefd, net zoals het geval bij kunst is.
Is een urinoir kunst?
De meningen wat betreft deze tentoonstelling zijn enorm uiteenlopend. De één vindt het hoog tijd dat games in het museum terecht komen, de ander vindt het belachelijk. Maar is dat niet altijd het geval bij kunst? Kunnen de zeefdrukken van Warhol als kunst beschouwd worden? En de ready made fontein (een urinoir) van Duchamp? Deze discussie is vaak genoeg gevoerd en de uitkomst ervan lijkt mij: kunst is een kwestie van smaak.
Kwestie van smaak
Het hangt allemaal volledig van de opvatting van kunst af. Echter kan ik me er wel in vinden dat games als een vorm van design gezien kunnen worden. Daarnaast is interactieve design zeker iets van deze tijd en lijkt mij het tentoonstellen van games in een museum voor moderne kunst dan ook geen gekke stap. Om alleen schilderijen en beelden als kunstvormen te zien lijkt mij dan ook een beetje van de oude stempel.