Hoe meten we de kwaliteit van content? Wat is er voor zinnigs over te zeggen? Om de kwaliteit van content beter meetbaar te maken, stel ik vier kwadranten voor. Vier pijlers waarop we content kunnen scoren. We kunnen deze kwadranten voorleggen aan onze lezers en ze vragen een waardeoordeel te geven.
Zo krijgen we inzicht in hoe er eigenlijk over onze content wordt gedacht. Hieronder een voorzet.
1. Competentie
In hoeverre dragen we met onze competentie – onze kennis – bij aan het beantwoorden van de vragen van onze lezers? Worden we door de lezers gezien als een betrouwbare en relevante bron?
2. Congruentie
In hoeverre klopt onze content volgens de lezer bij de organisatie? Is de content in overeenstemming met onze bedrijfscultuur?
3. Coherentie
Vormen alle uitingen een samenhangend geheel? Versterken ze kennis, houding en gedrag rondom onze organisatie? Hangen we overal een helder verhaal op?
4. Consistentie
Vertellen we consistent overal dezelfde boodschap, waardoor we herkenbaar zijn als organisatie? Zijn we consistent in onze uitingen en frequentie? Is het van een consistente kwaliteit?
Intern en extern
Deze vier kwadranten zijn bovendien te scheiden. De bovenste twee zeggen iets over de organisatie. De onderste twee zeggen iets over de manier waarop we onszelf naar buiten presenteren. Daarmee komen werkelijkheid en wenselijkheid dichter bij elkaar.
Competentie en congruentie:
De bovenste twee kwadranten gaan over onze kennis en kunde; competentie. En de vraag of onze content past bij onze organisatie. Dit zijn duidelijk interne kwesties. Om relevant te zijn voor de lezer moeten we onze kennis omzetten naar interessante content. Deze content moet ook in overeenstemming zijn met onze organisatie. Voor de lezer moet kloppen: wat we vertellen en hoe we het vertellen.
Coherentie en consistentie
De onderste twee kwadranten gaan in op Coherentie en Consistentie. Is het een samenhangend verhaal. En weten we vast te houden aan ons verhaal? Dit zijn in eerste instantie externe kwesties. Ze draaien om de vraag of wat we intern hebben verzonnen, buiten ook zo overkomt.
Hoe kunnen we hier nu de kwaliteit mee bepalen?
Op basis van deze vier kwadranten kunnen we een waardeoordeel vragen aan onze lezers. Zij geven een cijfer voor Competentie, Congruentie, Coherentie en Consistentie. Hierdoor vallen valkuilen op. Scoren we bijvoorbeeld goed op coherentie en consistentie, maar niet op competentie, dan weten we dat onze content niet optimaal bijdraagt. We vertellen eenvoudig gezegd telkens weer een samenhangend verhaal, maar met voor onze klanten nog een te laag kennisniveau. Scoren we op coherentie, consistentie en competentie, maar niet op congruentie? Dan doen we misschien een te grote broek aan. We beschikken over de kennis om telkens weer een samenhangend verhaal te vertellen, maar de vraag is of het verhaal klopt bij onze organisatie.
6 comments
Ok, relevante opmerkingen, maar ik snap niet waarom het in een kwadrant staat. Uit niets blijkt dat een bepaalde tekst ergens in het kwadrant 'geplot' kan worden. Eigenlijk zijn het gewoon vier aspecten van een tekst/communicatiestrategie, dat kun je net zo goed in bullets weergeven.
Of mis ik iets?
Nee hoor, je mist niets. Alleen redeneer je vanuit de tekst _mijn aanname_.
Ik redeneer vanuit de lezer. Deze zou je een vragenlijst voor kunnen leggen over een bepaalde periode waarin hij of zij in contact is gekomen met onze content. En deze vragenlijst zou in kunnen gaan op de vier kwadranten. Was de content nuttig? Klopt de content met de organisatie? Was de content consequent en consistent? Op basis van de antwoorden kun je een waarde koppelen aan de mate waarin de tekst klopt binnen dat kwadrant. En kansen zien binnen een kwadrant waarop de content minder goed scoort. De vier hoeven elkaar dus niet te bijten. Het is geen positief/negatief verhaal.
Los van alle inhoudelijke opmerkingen die wellicht over de keuze van je kwadranten zijn te maken mis ik twee dingen in je verhaal: 1. Hoe ga je dit verhaal in een kwalieteits-systeem proppen dat er voor gaat zorgen dat je vooraf, tijdens en achteraf kunt gaan toetsen? En 2. Hoe ga je dit alles objectief en consistent meten?
Natuurlijk kun je over de keuze van de kwadranten een discussie aangaan. Daar is het ook een voorstel voor :-).
Waar ik me met dit voorstel op richt is de lezer of gebruiker van content. Als we meer strategisch gaan kijken naar hoe content bijdraagt aan onze doelstellingen over een langere termijn, dan moet je – in mijn ogen – iets kunnen zeggen over de kwaliteit van die content.
Daarmee richt ik me dus op achteraf. Per kwartaal. Per half jaar. Idee is te checken of de content in lijn is met de verwachtingen vanuit je doelgroep. Zo niet dan kun je bijsturen. Daarom zijn de vragen of kwadranten ook gericht op termen waar je voor de lezer een vragenlijst over kunt opstellen.
Het is dan ook geen absolute waarheid, maar een denkrichting.
Dat is een heel goed streven -)) Twee opmerkingen:
1. Maar je kunt achteraf natuurlijk pas bijsturen als je vooraf (strategisch) keuzes hebt gemaakt over wie je beoogd publiek is. Is dat bijvoorbeeld een homogene groep, en wat is daar de behoefte van.
Alleen op die wijze kun je zien kun je checken of afwijkingen komen doordat je een ander publiek hebt bereikt dan beoogd of dat het komt door de inhoud van de artikelen zelf.
2. De kwadranten zelf zijn te algemeen verwoord om er volgens mij zinnig mee te werken. Je zult van ieder kwadrant een break-down moeten maken in SMART-gedefinieerde kwaliteitscriteria zoals bijvoorbeeld mate van detail, mate van juistheid, mate van volledigheid, mate van snelheid van publiceren, enz, enz.
Als je dat voor jezelf op een rijtje het kunt je inderdaad met vragenlijsten aan de slag.
Suc6 met het nadenken
1. Dat je vooraf strategisch nadenkt over je keuzes en beoogd publiek is logisch. Anders hoef je niet eens te beginnen met content te maken. Je moet vooraf criteria stellen die je achteraf toetst.
2. Dat lijkt me inderdaad een logische volgende stap. Dat komt in mijn ogen terug in een strategisch document. Oké we willen een consistente stroom bieden, wat maakt die stroom dan consistent? En klopt ons beeld van een consistent verhaal dan met het beeld van de doelgroep? Maar als basis denk ik dat deze vier goed zijn om een waardeoordeel mee te formuleren.
Binnen dit model is bijvoorbeeld een belangrijke factor niet aanwezig: fun. :-)
Comments are closed.