Culturele instellingen gebruiken nieuwe media nog verre van optimaal. Wat je ziet is een vrij statisch gebruik, gericht op informeren en nauwelijks op communiceren en interactiviteit. Hiermee laten ze kansen liggen om meer en nieuw publiek aan zich te binden. Dat is jammer, maar ook een bedreiging voor hun voortbestaan. Kunnen geeks hulp bieden?

De afgelopen weken bezocht ik in opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie verschillende projecten verspreid over Nederland. Doel was om te kijken wat er van de ambities terecht gekomen was, of resultaten behaald zijn en wat de goede voorbeelden, valkuilen en geleerde lessen zijn. De projecten zijn ondersteund om nieuwe kennis op te doen en te delen om via een intensieve samenwerking tussen professionals en amateurs de deelname van meer mensen aan cultuur te stimuleren.

Er is veel moois bereikt en er is in valkuilen gestapt. Daarover zal het FCP in januari 2013 een publicatie uitbrengen. Voor mij is een belangrijke conclusie dat het in deze tijd, van door de bezuinigingen gedreven grote veranderingen in het culturele veld, belangrijk is dat organisaties en projecten wendbaar en flexibel zijn en snel in kunnen spelen op veranderende omstandigheden. Daardoor kunnen de (vooraf verwachte) resultaten er ook anders uitzien. Dat wil zeggen dat de focus  veel minder ligt op het voor elkaar krijgen van een product en veel meer op het inrichten van een goed proces. We hebben er immers niets aan als de bureaucratische vereisten zijn gehaald, maar nergens op slaan omdat niemand er op zit te wachten. Aandacht voor het proces maakt je bewust van de keuzes die gemaakt moeten worden en de onderbouwing van die keuzes. Dan kan er nog steeds veel moois gebeuren.

Oude en nieuwe media

Wat mij opvalt is hoe traditioneel vrijwel alle culturele instellingen zijn in hun manieren om met potentiële deelnemers en publiek te communiceren. Nieuwe media, sociale media, worden zelfs bij de projecten voor jongeren nauwelijks ingezet. Hoeveel waarde moet ik er aan hechten als een initiafnemer rapporteert een hechte, grote jongeren aan zich gebonden te hebben en ik daarvan niets op internet terug kan vinden? Is het gek dat ik dan twijfel? De bezoeken aan de instellingen en aan de voorstellingen geven
mij een indicatie, maar ik vind het ontbreken van een sociale media strategie hoe dan ook een gemiste kans.

De Virtuele Kunstkar

Onlangs publiceerde het SCP het rapport De Virtuele Kunstkar over cultuurdeelname via oude (gedrukte media, radio, televisie) en nieuwe media (digitale, online media). Naast het bezoeken van culturele instellingen en het zelf beoefenen van kunst is ook het gebruik van media een vorm van cultuurdeelname.”Met de komst van internet is er een kanaal bijgekomen dat in belang inmiddels kan concurreren met de oude media. Internet biedt bovendien mogelijkheden om met anderen over cultuur te communiceren, om zelf culturele producten te uploaden of om online kaartjes te bestellen.” Voor het onderzoek zijn data gebruikt die in 2009 zijn verzameld bij een representatief deel van de Nederlandse bevolking.

In de culturele wereld leeft de hoop dat mediagebruik tot meer bezoek aan instellingen zal leiden, maar ook de vrees dat media als alternatief gezien worden en bezoekers wegblijven.

Cultuur en mediagebruik

In 2009 bleken de oude media nog steeds de belangrijkste kanalen voor culturele informatie. Voor traditionele cultuur zocht 71% van de Nederlanders informatie via oude media en 62% via nieuwe media. Bij populaire cultuur was dat verrassend genoeg nog groter, namelijk 75% via oude media en 56% via nieuwe media. Het bekijken en beluisteren van opnames of objecten gebeurde ook vaker via oude dan nieuwe media. De onderzoekers verwachten dat na 2009 door een grotere vertrouwdheid het belang van nieuwe media verder zal toenemen. Het gebruik van nieuwe media onder jongeren wijst al in deze richting. Van de jongvolwassenen (18-34 jarigen) gebruikte 87% nieuwe media voor informatie over traditionele cultuur tegen 16% van de ouderen (65+), terwijl juist de ouderen bekend staan als de liefhebbers van traditionele cultuur. Dit leidt tot de conclusie dat vertrouwdheid met internet van groter gewicht lijkt dan culturele affiniteit.

Het creatieve gebruik van internet valt in 2009 nog tegen. Slechts 5% van de Nederlanders gebruikt de interactieve mogelijkheden van web 2.0-toepassingen voor het online plaatsen van berichten over kunst en cultuur. Het zelf maken en online plaatsen van foto’s, film, muziek en/of teksten gebeurt wel meer, maar blijft ook beperkt tot een minderheid van de bevolking (31%).

Publiek

Culturele instellingen willen niet alleen meer publiek trekken, maar ook groepen die van oudsher weinig komen. Jongeren die toch al geïnteresseerd zijn in cultuur, zijn over het algemeen enthousiast over de inzet van sociale media, mobiele toepassingen en digitale applicaties, al is dat nog geen garantie voor een daadwerkelijk bezoek aan een culturele instelling.

Media kunnen ook gebruikt worden om de binding met het bestaande publiek te versterken. Media vormen hier blijkbaar een nuttige voorbereiding of aangename aanvulling op het fysieke cultuurbezoek. Ook hier ligt een kans door het inzetten van nieuwe mediamogelijkheden.

Nieuwe kansen

Mij valt op dat culturele instellingen nieuwe media nog verre van optimaal inzetten. Wat je ziet is een vrij statisch gebruik, gericht op informeren en nauwelijks op communiceren en interactiviteit. Bij grote en gevestigde instellingen als Het Concertgebouw en Toneelgroep Amsterdam wordt al meer ingezet op interactiviteit en worden communities gebouwd met veel vrienden op Facebook en Twittervolgers.

Het zou goed zijn als dit in het culturele veld brede navolging krijgt. Dit brengt dynamiek, draagvlak voor cultuur en groeiende culturele participatie. Daarmee ook de liefde en de creativiteit voor deze ‘linkse hobby’.

Misschien willen geeks een handje helpen?

0 Shares:
1 comment

Comments are closed.

Dit artikel is 3.119 keer gelezen