Het mag zo langzamerhand duidelijk zijn: Google timmert al een tijdje hard aan de weg om een nóg prominentere rol te gaan spelen op het internet. Of om een prominente rol te blijven spelen, want niets is veranderlijker dan de internetwereld. Waar veel critici bij de lancering van Google+ verzuchtten waarom er nóg een social network bij moest komen wisten de beleidsmakers bij Google heel goed waar ze mee bezig waren. Of ze de juiste weg ingeslagen zijn is echter maar de vraag.
Denkfout
Veel mensen maken de denkfout dat de zoekgigant uit Mountain View de concurrentie aan wil met Facebook. Vanaf de lancering van Google+ wordt in talloze artikelen de nadruk gelegd op de hopeloze achterstand ten opzichte van het geesteskind van Mark Zuckerberg. Dat is raar, want Google is vanaf het begin duidelijk geweest over de in 2011 ingezette strategie. Desondanks menen zogenaamde deskundigen dat het allemaal heel anders in elkaar zit.
Opperhoofden en indianenverhalen
Het aardige van Google is onder andere dat de opperhoofden nooit te beroerd zijn om alles nóg eens een keer uit te leggen. Dat doen ze onder meer op Google+ zelf, maar ook op talloze productblogs en natuurlijk ook voor de geïnteresseerde pers. Zo haalde het uitermate innemende Google+ opperhoofd Vic Gundotra onlangs weer de headlines door wat interviews weg te geven. Hij ging in op de indianenverhalen over de spaarzame tijd die G+ gebruikers op de site zouden doorbrengen.
Samenhang
Gundotra maakte nogmaals duidelijk dat men bij Google op een heel andere manier naar de statistieken kijkt en dat de statistieken waarover ze zelf beschikken heel andere trends laten zien. Tevens gaf hij aan dat Google+ niet een op zichzelf staand product is, maar een essentieel onderdeel van de koers die medio 2011 is ingezet. Tot vorig jaar was er eigenlijk geen lijn te bekennen in het productenpalet van Google. Men leverde een overvloed aan diensten die eigenlijk allemaal op zichzelf stonden.
Uniformiteit
Met het samenvoegen van de privacyregels voor alle Google-diensten zetten ze al een behoorlijke stap in die richting. In plaats van tientallen verschillende voorwaarden is er nu één algemeen geldende set regels. Volgens Google om daarmee meer helderheid en uniformiteit naar de gebruiker te verschaffen, volgens privacywaakhonden omdat men daarmee vrij spel heeft om de gebruikersdata naar eigen believen te gebruiken. Er lopen dan ook diverse procedures om na te gaan of het nieuwe Google-beleid wel door de beugel kan.
Third party apps
Tot zover niet zoveel schokkends. Maar Gundotra deed ook nog andere interessante uitspraken. Hij sprak zich uit tegen het toelaten van zogenaamde third party apps, programmaatjes en toepassingen van anderen waarmee je op G+ zou kunnen posten, zoals dat bijvoorbeeld ook op Twitter en Facebook kan. Dat soort toepassingen zou volgens Gundotra voor teveel vervuiling in je G+ stream zorgen. Natuurlijk is dat een onzinnige redenering. Want de G+ gebruikers maken zelf wel uit wat vervuiling is en wat niet. Het enige wat Google hoeft te doen is de gebruikers geavanceerde filtermogelijkheden bieden, zodat wijzelf kunnen bepalen wat voor ons interessant is en wat niet.
Google, don’t be stupid!
Maar Gundotra bedoelde heel wat anders, al durft hij dat blijkbaar niet te zeggen. Want die zogenaamde third party apps zijn bijna allemaal concurrenten van vergelijkbare Google-diensten. En Google wil nou eenmaal het liefste dat wij met zijn allen alleen nog Google-diensten gebruiken. Dus bijvoorbeeld niet Foursquare, maar Google Checkin’s. Niet Bing (DUH!) maar de zoekmachine van Google zelf. Enzovoorts etcetera. Dus eigenlijk wil Google dat wij met zijn allen alleen nog maar Googlen. Dat kan je ze natuurlijk niet kwalijk nemen. Of alleen maar een beetje. Want met deze strategie gaat Google wel behoorlijk de kant van vermeende concurrenten als Apple en Facebook op. Waar Google tot nu toe eigenlijk altijd opkwam voor een open en beter internet, daar doet men nu blijkbaar ineens mee met het dichttimmeren en het omheinen van het (voormalige) open internet. Máxima zou zoiets ‘een beetje dom’ noemen. Het voeren van het mantra ‘Don’t be evil’ is natuurlijk leuk en aardig, maar schiet zijn doel voorbij als Google daardoor vergeet dat ‘Don’t be stupid’ eigenlijk veel belangrijker is.