Zijn we lui geworden met z’n allen? De content die we delen, is content die ook gemaakt moet worden. Of het nou gaat om blogs, plaatjes, video’s of etc. zonder inzet van contentmakers was het web een lege plek zonder enige bezienswaardigheid. Maar wordt in het huidige landschap niet vooral de “deler” gefaciliteerd en beloond (met een prachtigggeee personal brand), terwijl de makers het met wat tweets moeten doen? Een korte geschiedenis van de luiheid… Lang geleden in een koninkrijk dat rechtstreeks uit je inbelmodem kwam, stond het web vol met HTML-pagina’s. De meeste van die pagina’s toonden wat foto’s en wat informatie over de eigenaar. En indien die eigenaar écht kek was een gifje van een brievenbus met een mailtje dat er elke paar seconden in vloog. Het was een lelijke tijd, maar ook een mooie tijd. Lelijk, omdat van het kijken naar de meeste van deze HTML-sites je ogen gingen bloeden. Mooi omdat de bouwers ze met bloed, zweet, vloeken (!) en tranen in elkaar hadden ge-HTML’d en ge-FTP’d. Een eigen site had je toen nog niet zomaar en het in elkaar zetten ervan was niet voor watjes of luilakken. Elke aanpassing kostte werk, elke vernieuwing de nodige zweetdruppels, elke verbetering een bak speurwerk. Niet lullen, maar poetsen: creatie doet pijn, zo is het nu eenmaal. Bloggen Net voor het nieuwe millenium maakte het bloggen een opmars (ik sla voor het gemak wat WYSIWYG stapjes over). Met behulp van en pakketten zoals WordPress, Postnuke, Xoops, Nucleus en Pivot (en vele anderen) kon je zonder al teveel kennis (wel wat tijd en doorzettingsvermogen) je eigen site maken en dagelijks updaten. Maar wilde je een interessant blog, dan moest je je gek bloggen. Het liefst elke dag, maar anders toch elke week een mooie tekst produceren, anders was het wel heeeel erg eenzaam op je blog. Blogvrienden Maar dat was niet alles. Want de bloggerswereld was klein en je moest het elkaar gunnen: die link op zijn blog, naar jouw blog. Dus blogde je niet alleen. Je ging ook naarstig op zoek naar blogvrienden. Mensen die bereid waren om jou op te nemen in hun blogroll, zodat hun bezoekers misschien ook wel eens bij jou langs zouden klikken. En had je die andere bloggers gevonden, dan zorgde je ervoor dat je op hun blogs reageerde, zodat je je linkje kwijt kon en weer bij jou zouden reageren. Ja, het was hard werken en de ruilhandel beleefde hoogtijdagen. Lullen deden we steeds meer, maar het poetsen was ook gebleven, want creatie doet pijn, dat zei ik net al. En toen was er Twitter…het einde van het ene tijdperk, het begin van een nieuw tijdperk. Lui delen Want door Twitter hoefde je helemaal niet zo hard te werken en eigenlijk ook niet zoveel te vinden, bedenken of creëren. Nee, via Twitter deelde je nu de creativiteit en het werk van een ander, met een minimale toevoeging. Met als fantastisch bij-effect, dat door specifiek werk te delen, je zelf kon scoren zonder een poot uit te steken. Waarom zelf mooie foto’s maken, als je je oog voor compositie veel beter (makkelijker) kunt laten zien door het werk van anderen te delen. En waarom zelf bloggen als je met de scherpe teksten van een ander jouw eigen politiek/marketing/communicatie -inzicht veel beter kunt benadrukken. Met als kers op de schwarzwälder kirsch torte het feit dat je voor het maken van een Twitter-account niet meer hoeft te kunnen dan je mailadres invullen. Overigens vergeet ik Posterous en Tumblr niet. Plekken waar je wel blogt, maar niet te lang. En waar een filmpje of link (net als op Twitter), niet meer dan een zin behoeft om publicatie te verdienen. Het verschil met Twitter? Je kúnt er wel wat van maken. Die ruimte bieden deze diensten dan weer wel. Het fijne tegenover old skool bloggen: het hóéft niet altijd. Maar Twitter was niet de laatste stap in deze geschiedenis van luiheid. Nee nee, we zijn er nog niet. Er is namelijk iets nieuws aan het bloggen-zonder-bloggen-firmament. Een dienst die helemaal geen moeite meer vraagt van zijn gebruikers, maar wel optimaal de mogelijkheid biedt om de blits te maken met andermans zweet. Ik heb het over Pinterest. Nog luier delen Zei ik nieuw? Tis natuurlijk niet nieuw. Volgens Crunchbase werd het bedrijf gestart in 2008. Het is wel nieuw ontdekt (een beetje zoals Amerika) door de goegemeente. Die hysterisch over elkaar heen buitelt, vol enthousiasme over nóg een manier om te bloggen zonder te bloggen. Visueel ook nog, zodat het er allemaal superkek uitziet. Stralen met de pennevruchten, humor en het talent van de mensen uit alinea 1 (scroll hier even naar boven, ik wacht wel). Het kan met veel gemak en slechts één woordje commentaar. Eén druk op de knop en je staat er weer mooi op. Creëren/cureren? Het lijkt misschien een klacht, maar dat is het helemaal niet. Ik blog, Tumblr, Twitter, Posterous en zelfs Pinterest me gek. Maar soms vraag ik me af. Als de creators langzaam verdwijnen, wat moeten de curators dan met z’n allen cureren? En ik eindig met een vraag, dat heb ik tijdens de workshop die ik laatst gaf van mezelf geleerd: En jij? Maak je wel eens iets? Of ben je de grote gemene deler? Uiteraard verlaat ik je niet zonder een zelf gecreëerd plaatje toe te voegen. Voor het geval je het wilt delen op Twitter, Tumblr, Facebook, je blog, je old skool HTML-dingetje of Pinterest! Gerelateerd Geschreven door Xaviera Ringeling