Google gebruiken kunnen we allemaal. Toch? Een kind kan de was doen. Zoekterm invullen en de rest doet meneer Google. Komt met duizenden treffers en bovenaan staan de beste. Want Google is zo slim dat het de meest waardevolle site bovenaan zet. Daar hebben ze een – hoe heet het ook weer? – algoritme voor. Niet dus. Lang niet iedereen kan googelen. Zelfs onderzoekers, die het toch moeten hebben van zoeken, vinden, ontdekken en analyseren hebben geen idee welke mogelijkheden Google allemaal heeft. Dat concludeerde Ewoud Sanders, taalhistoricus en journalist, en het bewoog hem ertoe een boekje te schrijven voor studenten (en zijn medeonderzoekers) onder de titel ‘Eerste Hulp bij e-Onderzoek’. Studenten in Leiden en Amsterdam kregen het deze week (maandag 5 september) cadeau. Sanders schreef het dus voor een nogal specifieke doelgroep, maar het is zonder twijfel interessant voor iedereen die internet gebruikt, en wie doet dat niet. Uurtje lezen (stukjes over specifieke taalkundige sites mag je overslaan) en je snapt meteen wat deze zoekopdracht betekent: twitter onderzoek 2008…2011 filetype:ppt OR filetype:pptx Dat is zoeken naar PowerPoints over onderzoek naar twitter vanaf 2008 tot en met 2011. Gebruik dus filetype:pdf “Eerste Hulp bij e-Onderzoek” en je komt bij de download van Sanders’ boekje uit. Gerelateerd Geschreven door Paul de Maat