Ik las ergens dat in het spel Pet Society 90 miljoen stuks virtuele goederen per dag verkocht worden. Dat komt neer op 32,85 miljard stuks per jaar. De meeste goederen kosten maar een paar cent maar doe mij maar een inkomen van 32,85 miljard keer een paar cent per jaar!
Geen wonder dat EA, één van de grootste computer spel uitgevers in de wereld, 400 miljoen dollar over had voor de maker van het spel. Met 20 miljoen spelers heeft Pet Society bijna twee keer zoveel spelers als World of Warcraft.

De marktleider in virtuele-goederen-spellen is ongetwijfeld Farmville op Facebook. In juni 2010 verloor het spel maar liefst 9 miljoen gebruikers. Toch bleven er dan nog 66.6 miljoen over. Deze sociale spellen zijn groot! En er gaat veel geld in om. In 2009 was de markt voor virtuele goederen in de V.S. alleen al goed voor 1 miljard dollar.

Nu even een stapje terug. We leven in barre economische tijden. We moeten allemaal de broekriem aanhalen en gezien de tijd die besteed kan worden in virtuele werelden hebben we niet allemaal werk. Dan lees ik dat er voor nep piepers, die bestaan uit een handig op een rijtje gezette serie bits, 1 miljard dollar wordt betaald. Ik blijf me verbazen over de mens.

Iedere maandag ga ik met mijn vader naar de tuin. Een stuk grond wat verloren lag omdat er ooit oorlogspuin was gestort. Niet te gebruiken voor landbouw, niet handig voor een volkstuinencomplex. Mijn vader heeft dat stuk gekocht en nu hebben we er behalve een plek voor rust en contemplatie over de absurditeit van de mens, een groente tuin. Dat kostte wat moeite omdat met iedere schep grond die je omwoelt ook meerdere bakstenen naar boven komen maar omdat we geen haast hadden is het toch gelukt.

Dit jaar is er onze eerste oogst vanaf gekomen. Aardappelen, boontjes, kapucijners, snijbonen, andijvie, groenlof, aardbeien, rode bessen, spinazie en zo nog meer. Het zaad kost een paar euro per zakje op z’n hoogst en als je het slim aanpakt doe je een paar jaar met een zakje. En als je van je oogst een beetje opzij legt als plantgoed voor het volgende jaar, kost het je niks meer. Een bijkomende bonus is dat die groente veel lekkerder is dan de bespoten, uit de grond gejaagde, gemodificeerde rommel die je in de supermarkt koopt.

Ah, zul je zeggen, maar ik woon drie hoog achter en ik heb geen tuin. Snap ik. Niet iedereen heeft het geluk een stukje grond te bezitten waar je op kunt boeren. Maar het is toch een lam excuus. Want weet je, we zitten in een economische crisis die wat van ons gaat vergen willen we die oplossen. Stil thuis zitten en afwachten tot een ander het oplost lost niks op. In de 18e en 19e eeuw, toen de industriële revolutie om zich heen greep en er overal fabrieken uit de grond werden gestampt werden er ook overal arbeiderswijken gebouwd voor mensen die voor weinig lange uren draaide. Armoede was troef. Ik ken die wijken goed van mijn vele reizen door het Verenigd Koninkrijk. Straten vol met kleine huisjes. Maar hoewel er binnen nauwelijks ruimte was voor een familie muizen had ieder huis een tuintje. Niet voor de bloemen die er nu in staan maar om een beetje groente te verbouwen. Uit noodzaak. Om te kunnen eten.

Zo zouden we nu ook braakliggend terrein waar wellicht een gloednieuwe Albert Hein Superstore ge-planned staat kunnen aanwijzen als groentetuin complex. We zouden dan via Facebook iedere Farmville speler kunnen aanspreken en kunnen verplichten voor ieder uur Farmville twee uur in de echte tuin door te moeten brengen. Eten voor de hele buurt geregeld! Kijk, zo los je een crisis op. Niks geen nutteloos gewauwel op Facebook, eelt op de handen! Piepers op je bord in plaats van een rijtje bitjes!

Goed, ik kruip weer terug in mijn schulp. Het bovenstaande nijgt naar ouderwets socialisme en ik kan het beeld van de posters uit een vervlogen soviet tijd niet uit mijn hoofd krijgen na zulke uitspraken. En we weten waar dat ideaal toe heeft geleid. En toch hè, en toch: 1 miljard voor nep piepers?

0 Shares:

Comments are closed.

Dit artikel is 3.103 keer gelezen