Soms koop ik een tijdschrift over fotografie. Een hele goede vriend van mij is fotojournalist dus ik laat het wel uit mijn hoofd om mijn fotograferen als anders dan vage hobby te omschrijven maar ik vind het leuk om zo af en toe eens lekker te bladeren tussen mooie foto’s en beschrijvingen van nieuwe camera’s met altijd weer nieuwe snufjes. Je bent knopjes-gek of niet.
Nou ben ik al een wat oudere geek en mijn eerste camera kreeg ik begin jaren zeventig toen ik een jaar of zeven was of daaromtrent. Ver voor het digitale tijdperk. Het was een afdankertje maar ik was er natuurlijk kindsgelukkig mee. De afdrukken waren korrelig en flets en zaken als scherpte-diepte en zoom-bereik waren niet aan de orde. Het was klik en dan met een wieltje doordraaien. Als dat doordraaien niet meer ging was het filmpje vol en moest je twee weken wachten tot je de resultaten zag.
Natuurlijk waren er ook in die dagen professionele camera’s die veel betere kwaliteit boden. Maar je moest toch al wel een redelijk fortuinlijk hobbyist zijn of een professioneel fotograaf om foto’s te kunnen maken die je op posterformaat kon afdrukken.
Nu is dat anders. Vrijwel iedere digitale camera werkt met een dermate groot aantal pixels dat afdrukken op posterformaat geen probleem meer is. Of je nou veel of weinig geld uitgeeft. En niet alleen het aantal pixels (de korrel) is een verschil met vroeger. Ook de instelmogelijkheden van de moderne compact-camera geeft creatievelingen de mogelijkheid om met beeld te spelen zoals dat vroeger alleen met veel grotere en duurdere spiegelreflexen mogelijk was.
De digitale techniek heeft hier enorme sprongen mogelijk gemaakt. Het is een teken van deze tijd dat daar waar je vroeger een grote hoeveelheid professionele apparatuur nodig had je het nu met een kleine broekzak-gadget kan doen. Of zo lijkt het. Er zitten hier echter twee adders onder het gras.
Adder 1: honderd procent van de camera’s is beter dan negentig procent van de fotografen. Met andere woorden: het is de fotograaf die het plaatje maakt en een goede fotograaf weet ook met een slechte camera een fascinerend plaatje te maken. Als geeks zijn we natuurlijk gek op knopjes en menuutjes maar al die mogelijkheden zeggen niks over het uiteindelijke resultaat. De kunst zit hem in het vertalen van een idee in een beeld. Hetzelfde is waar in film, muziek en schrijven. Hoe goed de elektronische gereedschappen ook zijn, als het idee wankelt wordt het nooit wat.
Adder 2: volgt uit adder 1 en spreekt het zelfs ietwat tegen en is daarom een reden voor paradox en dus waar (zo, denk daar maar eens over na…). Vaak verkijken we ons op eerste indrukken. Niet alleen is het idee, het concept van belang maar ook hoe dit concept naar buiten wordt gebracht. Een vluchtige blik kan een prachtige scherpe foto laten zien. Vervolgens laat je er een professional naar kijken en die zegt: “Er is iets verkleuring aan de randen.” of “De horizon loopt een beetje bol.” of “links is overbelicht terwijl rechts onderbelicht is”. Dan kijk je nog eens en dan blijkt dat je heel goed moet kijken om het te zien maar inderdaad: er klopt iets niet aan het beeld.
Datzelfde heb je in de muziek. Het is waar dat iedereen thuis op zijn laptop tegenwoordig een studio kan hebben. Softwarematig is alles na te bootsen. Totdat je het ‘real world’ apparaat gehoord hebt. En dan blijken al die echte weestanden en condensatoren toch iets te doen wat de enen en nullen niet kunnen. Het verschil is heel subtiel en voor een ongetraind oor bijna niet te horen maar het is er. En onbewust heeft dit toch invloed op onze beleving. Het is die nul komma nul nul vijf procent verschil in ‘output’ tussen een multi functioneel apparaat of stukje software van vijfhonderd euro en een heel rek vol apparaten van duizenden euros per stuk die het verschil uitmaakt tussen ‘goed’ en ‘echt heel erg goed’. Ik heb het (professionele) plezier gehad om op audio gebied met deze verschillen te werken en geloof me, het resultaat bewees keer op keer de waarheid in deze.
Wij geeks kunnen ons voor relatief weinig geld heerlijk uitleven. Apparatuur met ongekende mogelijkheden biedt ons de kans om onze hobbies te bedrijven op een niveau dat voorheen onmogelijk was. Het ‘gevaar’ daarvan is dat we ons professionals wanen. Gelukkig hoef ik maar zo’n fototijdschrift open te slaan of even met Hans te babbelen om me voor te nemen dat ik mezelf nog niet eens amateurfotograaf wil noemen. Het is en blijft een hobby.
4 comments
Sinds gisteren ben ik de trotse en ietwat verbouwereerde eigenaar van een Pantx k20d. Verbouwereerd omdat dat ding vol knopjes en standen zit waar ik niks vanaf weet. Ik ben dan ook niet eens een hobbyfotograaf. De enige stand die ik ken is *klik* – foto. Van dit gevaarte met 2 megalenzen krijg ik voorlopig nog nachtmerries. Of ik er ooit goed in ga worden (fotograferen) weet ik eigenlijk niet, maar ik ga het echt wel proberen. Al is het maar uit een soort misplaatste Hollandsche zuunigheid: zoveel voor dat ding betaald, nu moet ik er ook wat mee.
Ik lees bijna nooit een handleiding. Maar bij moderne camera's doe ik dat wel. Mijn Leica is waarschijnlijk een zeer simpel ding vergeleken bij die van jou dus: RTFM! En verder: gewoon experimenteren. Da's meer dan de helft van de lol en het grote voordeel van digitale camera's ten opzichte van de ouwe zooi uit mijn jeugd: je ziet direct het resultaat. Je kunt nu direct zien wat een bepaalde stand doet. Verder is er online veel te vinden over fotografie en er zijn vast ook wel 'jargon busters' te vinden.
Gefeliciteerd met je nieuwe camera (maar dat had ik op Twitter ook al gedaan) en succes!
Henk
Experimenteren en op knopjes klikken is leuk, maar het wordt pas echt leuk (en moeilijk) als je weet -wat- je wilt fotograferen. Ik ben het helemaal met je eens Henk, als het idee wankelt wordt het nooit wat. Gek trouwens dat veel schrijvers fotohobbie-en, en andersom. Waar zijn trouwens toch die fotografen op contentgirls.nl. Fotograferen voor het beeldscherm, dat lijkt me ook een vak apart (of niet?). Ik heb eigenlijk geen idee.
Ik ken in ieder geval één fotograaf die het stukje heeft gelezen aangezien ik naar hem heb gelinkt. Maar of hij tijd heeft om voor het blog te gaan schrijven betwijfel ik. Veel fotografen zijn namelijk free lance en dat betekent beestig hard werken. Tel daar onregelmatige werktijden bij die inherent zijn aan het foto journalisten werk en een gezin en je begrijpt: veel tijd voor externe zaken is er niet. Dit is slechts mijn inschatting hoor. Ik heb niet de bedoeling voor anderen te spreken dus als een fotograaf dit leest, bewijs gerust het tegendeel :-)
Comments are closed.