Er zijn contentspecialisten die zelf een of meer programmeertalen spreken. Ik zou zeggen, sla dit stukkie dan gewoon over. Maar als je bent zoals ik hoor je van alles langskomen, heb je de basics van HTML wel onder de knie, maar is je kennis verder beperkt tot dat wat je van je collega’s toevallig of niet toevallig hebt opgevangen. Tijd om de dingen eens op een rijtje te zetten.
HTML
HTML is een opmaaktaal. Met HTML kun je webpagina’s maken en vormgeven. Het werkt als volgt. Content wordt tussen elementen geplaatst, ofwel . De tags bepalen wat er met de content tussen de tags gebeurt. Die tags kun je ook nog kenmerken meegeven, ofwel attributen. Ook al ben je niet van plan met HTML eigenhandig een site in elkaar te zetten, dan zal een ietsiepietsie basiskennis van HTML in elk CMS van pas komen.
Een voorbeeld maakt het duidelijker: [FONT SIZE=”-1″ FACE=”Verdana, Trebuchet”]Het element FONT betreft de vorm van je tekst op je webpagina. De attributen SIZE en FACE bepalen lettergrootte en lettertype.[/FONT].
CSS
CSS is een aanvulling op HTML. Bij sites van honderden pagina’s wil je niet bij een nieuwe huisstijl iedere kop op iedere pagina opnieuw vormgeven. Dat kan makkelijker met ‘cascading style sheets’. Hiermee kun je content van presentatie scheiden. Zo kun je bijvoorbeeld contactgegevens op verschillende webpagina’s tussen contact-tags plaatsen. Al deze pagina’s verwijzen naar een stylesheet waarin je aangeeft hoe je deze gegevens wilt presenteren. Je kunt content in blokken plaatsen en dat blok positioneren en vormgeven hoe en waar jij dat wilt. En je kunt binnen of buiten blokken content vormgeven door inline tags te plaatsen.
XML
XML is een hele pure vorm van HTML die je als programmeur zelf beschrijft. In HTML is [p] altijd het begin van een paragraaf en betekent [b] altijd dat er vetgedrukte tekst volgt. In XML bepaal je zelf wat p-tag of een desnoods een blub-tag betekent. Uiteraard is er ook veel in XML voorgekookt. Niet iedere programmeur wil het hele wiel opnieuw uitvinden. Er zijn dus XML-tags waarvan de betekenis min of meer is vastgelegd. Webshops gebruiken vaak XML en bijvoorbeeld de tags price of item.
PHP
MySQL
Nog even over Java, Javascript en Java Server Pages (jsp)
Javascript wordt gebruikt binnen HTML-pagina’s en kan net als HTML gegenereerd worden door PHP (ben je er nog?). Ook met javascript kun je webpagina’s dynamischer maken. Bijvoorbeeld via een diashow met wisselende foto’s, of via knoppen die veranderen zodra je erop klikt. In tegenstelling tot PHP draait Javascript op je eigen pc of mac. En dat heeft als voordeel dat je olijke grafische grapjes (ieks) aan je site kunt toevoegen. HTML kent die mogelijkheden niet.
Verwar Javascript nooit met Java. Als de techneut het heeft over Java heeft zij het eigenlijk over een programmeertaal waarop Javascript is gebaseerd. Ook JSP (Java Server Pages) is op de taal Java gebaseerd. Dit is in mogelijkheden en gebruik vergelijkbaar met PHP.
Vorige les: Content management systemen << – >>Volgende les: Hapklare brokken serveren(5-11-2008)
Docent: Monique – www.zins.nl