Google Analytics is veruit het meest gebruikte webstatistieken pakket. Populair omdat het gratis is. Bovendien gemakkelijk in gebruik: je zet de meetcode in je website en klaar ben je. De waarheid is helaas weerbarstiger: veel van de cijfers die je vervolgens ziet, zullen niet correct zijn. Tenminste, als je niet ook de juiste basisinstellingen regelt. 

Zuiver meten is belangrijk

De statistieken van je website zijn ge-wel-dig. En het is verleidelijk om er direct conclusies aan te verbinden. Maar kloppen die cijfers wel? Met een paar basisinstellingen zorg je er eenvoudig voor dat je cijfers zuiver zijn. Want het zou zonde zijn als je beslissingen gaat nemen (of gaat voorleggen aan je baas!) als achteraf blijkt dat 40% van het verkeer daadwerkelijk van je eigen kantoor komt. Of dat je geen idee hebt welke campagnes bijdroegen aan het verkeer, waar mensen op zoeken op je site of welke formulieren nou conversie opleverden.

Helaas kom ik een matige implementatie van Analytics in de praktijk vaak tegen. Zelfs webbouwers maken soms helaas deze fout. Met als resultaat dat de gemeten cijfers veel moeilijker te interpreteren zijn, of soms zelfs waardeloos. Dat is erg jammer, want webstatistieken zijn handig bij projecten als een nieuwe website, een re-design of het starten met online marketing. Een website goed meten en daarvoor inrichten is geen core business, lijkt het soms. Wat op mij raar overkomt als je bedrijfswebsites maakt bijvoorbeeld.

Gelukkig kun je deze misser gemakkelijk herstellen. Met deze 7 basistips zorg jij ervoor dat je cijfers (in elk geval in de basis) kloppen.

1. Controleer je implementatie

Als jij (of je webbouwer) de Google Analytics meetcode op je website hebt geïnstalleerd, kun je beginnen. Controleer eerst de implementatie van de meetcode. Dat kan heel eenvoudig met een Google Tag Assistant, een extensie van Google Chrome. Installeer deze in je Google Chrome webbrowser, bezoek je website en controleer de implementatie. Is deze goed, dan kun je aan de slag. Zijn er fouten, los die dan eerst op.

2. Verschillende properties aanmaken

Google Analytics heeft een gelaagdheid voor het meten van websites. Die gelaagdheid is als volgt opgebouwd:

  • Account (dat is je inlog)
    • Property (dit is een soort hoofdmapje voor de metingen van je website)
      • Data weergave (dit is een meting van je website)

Je website heeft normaal gesproken 1 property met 1 data weergave eronder. Heb je meerdere websites (bijvoorbeeld een .nl, .de en .com), dan maak je voor elke website een afzonderlijke property aan. Zo kun je de verschillende (sub)domeinen afzonderlijk meten. Er bestaat ook Cross Domain Tracking, dan meet je landen of talen per dataweergave onder 1 property, maar dat voert te ver voor dit artikel. NB. is je website bereikbaar onder meerdere domeinnamen, dan raad ik je aan er 1 te kiezen en de rest 301 te re-directen naar de hoofddomeinnaam. Dit vanuit SEO perspectief. 

Het is verstandig je originele dataweergave ongemoeid te laten. Dat wil zeggen: zonder filters of andere uitsluitingen. Zo verzamel je ruwe data en kun je altijd deze weergave als back-up gebruiken. Vervolgens maak je een tweede dataweergave waar je de tips van dit artikel toepast. Dit doe je door in te loggen in Google Analytics en vervolgens bovenin naar ‘Beheerder’ te gaan. Kies je gewenste account en property. Klik dan op het uitklapmenu bij Weergave en kies Nieuwe weergave maken. Stel vervolgens een herkenbare naam voor jezelf in (bijvoorbeeld: Websitenaam [zuivere meting] of Websitenaam [gefilterd] ) en de juiste tijdzone.

Kun je geen dataweergaves aanmaken of als beheerder instellingen wijzigen? Vraag de beheerder van het account dan om meer rechten.

3. Jezelf of je eigen bedrijf uitsluiten

Het laatste wat je wilt, is je cijfers vervuilen met data van je eigen bedrijf. IKEA telt ook niet het aanwezige personeel in de winkel bij de bezoekersaantallen.

Om jezelf uit te sluiten, kun je het beste gebruik maken van IP filtering. Je ICT afdeling of systeembeheerder zal precies weten op welke IP-adressen het verkeer naar buiten verloopt bij je bedrijf. Let op: zorg dat je contactpersoon goed begrijpt waar je het voor nodig hebt en dat het belangrijk is compleet te zijn. Heb je bijvoorbeeld meerdere vestigingen, dan is het slim die allemaal uit te sluiten. Het is ook verstandig je webbouwer uit te sluiten, die wil ook nog wel eens voor wat verkeer zorgen dat je niet wilt meten. Wil je je eigen IP weten, dan kun je dat gemakkelijk zien op bijvoorbeeld http://mijnipadres.org/.

Om IP adressen uit te sluiten doe je het volgende: ga bij je dataweergave naar Filters. Kies daar +Nieuw Filter. Je krijgt dan onderstaand scherm. Bedenk een herkenbare naam (bijvoorbeeld Uitsluiting eigen kantoor ) en vul het als volgt in:

filter1

Heb je meerdere IP adressen, maak dan voor elk IP een los filter aan. Nu zal voor deze dataweergave al het verkeer uitgesloten worden dat van het ingevulde IP adres komt.

NB. Wat je natuurlijk ook nog kunt doen, is een weergave aanmaken die juist alléén het verkeer meet vanaf je eigen bedrijf. Bijvoorbeeld als je een retail-keten bent of meerdere vestigingen hebt, dat kan handige inzichten opleveren over wat collega’s op de site doen of zoeken. 

4. Het filteren van bots en spiders

Websites worden heel wat afgestruind door zogenoemde robots en spiders. Bijvoorbeeld van Google, Yahoo of Bing, om je website te indexeren. Maar er zijn er nog veel meer en die hebben zeer uitleenlopende bedoelingen. Deze robots genereren wél pageviews en sessies, terwijl ze geen echt ‘mens’ zijn. Dus filteren we ze eruit. We gaan ze niet blokkeren, want je wilt natuurlijk wel dat je website geïndexeerd blijft voor zoekmachines.

Google Analytics heeft tegenwoordig een instelling die dit automatisch voor je doet. Hiervoor gebruiken ze de internationale lijst van het IAB voor bots en spiders. Dit voldoet voor de gemiddelde website prima. Om deze instelling aan te zetten, ga je bij je data weergave naar Instellingen weergeven. Hier scroll je iets naar beneden waar je Bots filteren ziet staan. Zet dit vinkje aan en sla de instellingen op.

bots

5. Campagnes goed meten

Als marketeer maak je waarschijnlijk gebruik van allerlei kanalen om je boodschap te verspreiden. Google Analytics maakt het gemakkelijk om je campagnes goed te herkennen. Dit doen ze met zogenoemde UTM codes die je aan een URL toevoegt. (UTM staat voor Urchin Tracking Module). Zo kun je alle links in content die je de wereld instuurt ‘taggen’ met deze codes. Als je dat zo doet dat je het later weer kunt herkennen, dan kun je nauwgezet van elke campagne, nieuwsbrief, banner, advertentie en social media post bijhouden wat bezoekers op je website doen nadat ze op de link klikten. Erg handig om je resultaten te monitoren. Volgens onderzoek van eConsultancy geeft 86% van de digitale marketeers aan dat het effectief toepassen van tags fundamenteel is bij digitale marketing.

Een voorbeeld: stel, je hebt een nieuwsbericht op je website gezet en de directe URL is: www.mijngavewebsite.nl/nieuwsbericht-over-onderwerpX 

Dit bericht ga je verspreiden op Twitter, Facebook en in je nieuwsbrief van deze maand. Je wilt dan voor deze pagina zien (en leren!) vanaf waar bezoekers naar je site komen en wat ze dan doen. Zo kun je er wellicht achter komen dat je bericht op Twitter veel bezoekers oplevert, maar dat de nieuwsbrief juist conversies (verkopen, leads, contactaanvragen, etc.) oplevert. Om dat goed te kunnen meten gebruik je UTM codes. Deze codes hebben verschillende onderdelen zodat je het in Google Analytics goed kunt volgen. De links naar je nieuwsbericht vanuit de verschillende kanalen zien er dan als volgt uit:

  • www.mijngavewebsite.nl/nieuwsbericht-over-onderwerpX?utm_source=Twitter&utm_medium=tweet&utm_content=tweetlink&utm_campaign=Nieuwsbericht11Maart
  • www.mijngavewebsite.nl/nieuwsbericht-over-onderwerpX?utm_source=Facebook&utm_medium=FBpost&utm_content=FBlink&utm_campaign=Nieuwsbericht11Maart
  • www.mijngavewebsite.nl/nieuwsbericht-over-onderwerpX?
    utm_source=Nieuwsbrief&utm_medium=email&utm_content=textlink&utm_campaign=Nieuwsbericht11Maart

Zoals je ziet, is telkens de utm_source, utm_medium en utm_content anders. Deze drie tags geven de bron (source), het medium (de drager) en de content (inhoud) aan. Tenslotte is de utm_campaign (campagne) steeds hetzelfde, we promoten namelijk ons nieuwsbericht. Dat is onze campagne in dit voorbeeld.

Als er nu mensen klikken op je linkje op Twitter, Facebook of nieuwsbrief worden deze netjes gescheiden gemeten en dat zul je in Google Analytics ook zo terug zien bij Aquisitie > Campagnes in je rapporten. Zo kun je van je campagne Nieuwsbericht11Maart precies tracken waar het verkeer vandaan komt. En natuurlijk wat dat verkeer vervolgens doet op je website.

Google heeft het Hulpprogramma voor het maken van URL’s om je te helpen je links aan te vullen met UTM codes.

6. Houd bij waar mensen naar zoeken op je website

Als je een zoekfunctie hebt op je website, kun je met Google Analytics gemakkelijk bijhouden waar mensen naar zoeken op je website. Om de instelling aan te zetten die je daarbij helpt, ga je bij je dataweergave naar Instellingen weergeven. Hier scroll je iets naar beneden waar je Zoekopdrachten op site bijhouden ziet staan. Zet dit aan en sla de instellingen op.

zoekopdrachtenGA

Onder dit schuifje zie je ook nog Queryparameter staan. Als je op je eigen website zoekt, kun je in de URL-balk de URL zien van je zoekopdracht. Bijvoorbeeld www.mijngavewebsite.nl/search.php?q=zoekopdracht Met de queryparameter wordt de variabele bedoeld die de zoekopdracht aangeeft. In dit geval is dat de q.

Heb je een andere configuratie voor zoeken, kijk dan even bij Google Analytics hoe je dat kunt oplossen of hoe je webbouwer dat voor je kan regelen.

7. Doelen instellen

Nu je de juiste filters hebt toegepast en je campagnes goed gaat meten, is het belangrijk om doelen in te stellen. Doelen zijn in veel gevallen ingevulde formulieren. Dat kan een contactformulier zijn, maar ook bijvoorbeeld een aanmelding voor je nieuwsbrief. Het instellen van doelen is een precies werkje. Je wilt zeker weten dat dit werkt en dat je echte conversies meet. In de praktijk kan er van alles gebeuren dat dit verstoort. Een paar voorbeelden:

Al je formulieren komen op dezelfde bedankpagina uit
Als een bezoeker op de bedankpagina komt na het invullen van een formulier, hebben alle formulieren op je website dezelfde bedankpagina URL. Stel je hebt 3 formulieren op je website. Laten we ze contact, offerte en vraag noemen. Als je die formulieren alle 3 naar www.mijngavesite.nl/bedankt.html stuurt na het invullen van de formulieren, kun je meten hoe vaak die pagina geladen wordt, maar dat zegt niet zo veel. Zorg daarom voor een passende URL bij iedere afzonderlijke conversie. Bijvoorbeeld: www.mijngavewebsite.nl/bedankt_contact.html als bedankpagina voor het contactformulier.

De bedankpagina kan ook geladen worden zonder iets te kopen of in te vullen
Zorg ervoor dat bedankpagina URL(s) niet direct benaderd kan worden in de browser en niet geïndexeerd kan worden door een zoekmachine. Anders kan iemand zomaar deze URL vinden, delen of intoetsen en je meet dan een conversie, die daadwerkelijk niet bestaat (want alleen de bedankpagina wordt geladen).

Een formulier heeft geen bedankpagina (blijft op dezelfde URL)
Als je een formulier invult en je wordt niet naar een bedankpagina gestuurd, dan moet je dat anders meten. Vaak wordt er dan gebruik gemaakt van een techniek die AJAX wordt genoemd. Die zorgt ervoor dat de afhandeling van het formulier onder water plaatsvindt, binnen dezelfde pagina. Dat is niet zo’n probleem, je moet het alleen anders meten. Namelijk met een Gebeurtenis (Event). Je moet dan een regeltje code toevoegen, hier kun je lezen hoe je dat instelt in Google Analytics.

Doelen instellen 
Heeft jouw website de juiste configuratie? Ga dan naar naar Beheerder en dan naar je dataweergave. Kies daar Doelen. Als je nog geen doelen hebt kies je +Nieuw doel. Geef je doel een herkenbare naam en kies, in het geval van een formulier met bedankpagina, voor Bestemming.

DoelenGA

Vul nu de details in. Bij Bestemming vul je de exacte URL in van de bedankpagina die bij het formulier hoort. Als je weet hoeveel een gemiddelde lead, contactaanvraag of offerteaanvraag waard is, kun je ook een bedrag invullen. In de rapporten kun je dan weer zien hoeveel je website heeft opgeleverd. (ook erg handig als je bij je manager of de directie iets voor elkaar wilt krijgen). Je kunt dit ook later nog aanpassen.

Als je formulier bepaalde stappen vereist of meerdere pagina’s heeft, zorg dan dat je de exacte URL’s weet van de stappen en vul die in bij Trechter. Je kunt dit ook later nog aanpassen.

doelenGA2

Werkt je website niet optimaal om doelen goed te meten? Geen paniek. Vaak zijn deze aanpassingen een fluitje van een cent voor je webbouwer of kun je het zelf in je CMS aanpassen.

Aan de slag!

Of je nou voor een klein bedrijf werkt, voor jezelf werkt als ZZP’er, een eigen blog hebt of op een grote marketingafdeling zit: het zuiver meten met Google Analytics helpt je altijd. Je cijfers kloppen beter en dat is wel zo fijn als je die gaat gebruiken voor presentaties of om resultaten aan je manager, klant of directie te tonen. Sterker nog: als je vermeldt wat je zoal hebt gedaan om te zorgen dat je cijfers kloppen, zul je nog meer indruk maken.

Heb je vragen, een aanvulling of werkt het bij jouw website net even anders? Aarzel dan niet te reageren op dit bericht.

0 Shares:
4 comments
    1. Hi Edo,

      Als je GA een beetje up to date is zou je dat moeten zien bij de instellingen van een dataweergave in Google Analytics. Als je ingelogd bent ga je naar Beheerder. Dan selecteer je in het midden de juiste property en rechts de juiste dataweergave. Als je dat hebt gedaan zie je bovenaan bij dataweergave de optie Instellingen Weergeven. Daaronder vind je de optie.

      je kunt ook hier kijken: https://support.google.com/analytics/answer/1010249?hl=nl

      succes!

Comments are closed.

Dit artikel is 14.381 keer gelezen