De moderne netwerksamenleving van mondige burgers vraagt een andere organisatie van de overheid. Waarom? Van de ene kant om de gesignaleerde kloof tussen burgers en politiek te verkleinen. Van de andere kant om ook beter gebruik te maken van de kwaliteiten van burgers. Bij het zoeken naar nieuwe overlegvormen wordt naast vernieuwing ook gekeken naar de rol die sociale media kunnen spelen. 

Loting eerlijker dan verkiezingen?

De Vlaamse schrijver David van Reybrouck  baarde met zijn boek Tegen Verkiezingen  veel opzien. Zijn boek leidt tot discussies op verschillende podia: van debatcentrum De Rode Hoed tot weekblad VrijNederland  en televisieprogramma Buitenhof .

Van Reybrouck pleit voor het hervormen van het democratisch systeem zoals wij dat hier kennen (de representatieve democratie) naar een eerlijker systeem waarin de kwaliteiten van burgers beter gemobiliseerd worden. Zijn conclusie is dat een systeem van loting van gewone burgers, ondersteund door nieuwe vormen van sociale media, een uitgelezen mogelijkheid is om “het vermolmde stelsel van de representatieve democratie (regering en parlement via verkiezingen) te redden van de ondergang en burgers weer bij de politiek te betrekken”. Gewone burgers worden in dat systeem via loting aangewezen om tegen betaling en voor een afgesproken periode, rechtstreeks te beslissen over het aannemen van wetgeving.

Van Reybrouck baseert zijn standpunt ook op de ervaringen met het door hem opgerichte burgerinitiatief G1000, een openbaar overleg van burgers over politieke thema’s.

Toepassingen

De twee vormen die veel gebruikt worden om de burger mee te laten denken met de overheid zijn crowdsourcing en cocreatie. Daarnaast zijn toepassingen voor directe democratie in opkomst.

Crowdsourcing

Bij crowdsourcing legt de organisatie een vraag voor aan een grote groep mensen. Er wordt een beroep gedaan op de kennis aanwezig bij een groot aantal burgers, waardoor de kans op een nieuw idee of een oplossing wordt vergroot.

Het hierboven genoemde project G1000 Burgertop bestond uit 3 fases: agendasetting, burgerforum en burgerpanel. In de eerste fase van agendasetting kon iedereen online ideeën, vragen of problemen inbrengen. Dit leverde een paar duizend ideeën van meer van 6000 mensen op over allerlei sociale, politieke en economische onderwerpen. Degenen die ideeën inbrachten, mochten ook de inbreng van anderen via een puntensysteem waarderen. De lijst werd op grond hiervan geclusterd tot 25 thema’s. Deze lijst werd via een online stemming teruggebracht tot 3 hoofdthema’s die tijdens de G1000-vergadering besproken werden.

Tijdens deze vergadering met 704 aanwezigen, werd in groepjes over de 3 thema’s gediscussieerd en werden oplossing bedacht die na de vergadering verder uitgewerkt werden door het burgerpanel G32, een groep van 32 vrijwilligers.

Een ander voorbeeld is Synthetron. Dit kleine innovatieve Belgische bedrijf is actief in crowdsourcing. Zij hebben, in voorbereiding op  de ‘Girls in ICT Day’, een online, interactieve think tank opgezet die openstond voor de leden van de 27 lidstaten van de EU. Een honderdtal deelnemers heeft zo online op basis van bepaalde scripts gediscussieerd over allerhande thema’s met betrekking tot vrouwen in ICT. Via crowdsourcing werden de meest gedragen ideeën geselecteerd,  verder ontwikkeld en uitgewerkt.

Cocreatie

Bij cocreatie wordt samen iets gecreëerd. Wikipedia is hier een goed voorbeeld van. Wikipedia is de welbekende internetencyclopedie waaraan iedereen informatie mag toevoegen. Iedereen kan feiten wijzigen en verwijderen. Iedereen is co creator van Wikipedia.

Een voorbeeld van burgerparticipatie en cocreatie is het project Transformed by you, UK.  Dit project wil de samenwerking tussen publieke overheidsdiensten, burgers en ondernemers in digitale technologie stimuleren tot praktische oplossingen te komen. Burgers worden uitgenodigd ideeën in te dienen om problemen die ze ervaren op te lossen. Er wordt een prijsvraag uitgeschreven om tot digitale oplossingen te komen. De winnaar krijgt 9.000 Engelse pond om een prototype uit te werken.

Directe democratie

Bij directe democratie kunnen burgers via het stemmen op voorstellen op een directe manier bijdragen aan een besluit dat door de overheid uitgevoerd wordt.

Een voorbeeld hiervan is het Finse project Better Reykjavik, open source electronic democracy. Het project is een online tool om via samenwerking tot democratische besluiten te komen. Het doel van het project is burgers met hun politieke vertegenwoordigers te verbinden en ze directe invloed in de besluitvorming te geven. De burgers mogen beschikken over 1% van het stadsbudget. De resultaten hebben draagvlak, zijn tastbaar en dragen bij aan een betere relatie tussen burgers en politiek.

Toekomstmuziek

De overheid stimuleert burgerschap vooral vanuit hiërarchie, maar de samenleving wordt steeds meer een netwerksamenleving. Netwerken zijn echter voor overheden vaak ondoorzichtig en onvoorspelbaar en een representatieve democratie is in essentie een hiërarchische democratie. Het is belangrijk de verbinding te leggen tussen de hiërarchie van de overheid en het netwerk in de samenleving. Experimenten met nieuwe vormen van democratie zijn daarin belangrijk: luisteren en kijken naar eigen initiatieven van burgers, gecombineerd met onderzoek en praktische oplossingen en acties.

Naar mijn mening is bij het experimenteren en leggen van die verbindingen, de kennis en kunde van online professionals belangrijk en toch nog te weinig voorhanden. Hoe denken jullie daarover?

 

0 Shares:
11 comments
  1. Burgerparticipatie is vooralsnog niet gewenst. Althans, niet in Zaanstad. Social Media is er om jezelf op te leuken, en vooral niet te reageren op kritiek. Mocht het toch zover komen dat je je moet uitlaten als ambtenaar van de gemeente, dan verschuil je je achter rapporten die nimmer zijn vrijgegeven.
    Het kan allemaal zoveel beter, maar zolang een ambtenaar niet wordt afgerekend op zijn prestaties, zal er zo min mogelijk gebeuren voor zoveel mogelijk geld.
    Ik ben wel voor een gekozen burger zoals beschreven wordt in bovenstaand artikel. Dit boek zal ik dan ook zeker aan mijn lijstje toevoegen.
    Dankjewel!

  2. Ik denk dat gemeenten en ambtenaren hier steeds minder mee weg zullen kunnen komen. Vaak is draagvlak binnen een gemeente nodig om zaken voor elkaar te krijgen. Boze burgers en weerstand kosten ze veel meer energie.Vaak zijn ambtenaren bang om zich uit te spreken omdat ze niet weten of ze van hogerhand gedekt worden. Soms weten ze ook niet, hebben ze de vaardigheden niet, om met sociale media om te gaan. Het is dus belangrijk dat gemeenten ondersteund worden in het ontwerpen van een social media beleid.

  3. Interessant stuk.

    Vanuit mijn werk ervaar ik dat gemeenten over het algemeen langzaam uit het planning en control tijdperk komen (de strakke hiërarchische organisatie). Steeds meer ambtenaren binnen gemeenten realiseren zich dat dit botst met de nieuwe realiteit, de realiteit van steeds sneller opvolgende veranderingen. Denk onder andere aan communicatie (social), uitbreiding takenpakket (decentralisaties), budgetten die krimpen. Dit betekend dat opeens burgers anders met een gemeente gaan communiceren (twitter) dat er vanaf 1 januari 2015 samengewerkt moet worden met ketenpartners (o.a. jeugdzorg) en dat er door de krimpende budgetten meer door burgers zelf gedaan moet worden (participatie). Het kan namelijk niet meer zoals het de afgelopen tig jaar is gegaan.

    Niet alle gemeenten zijn zich bewust van de urgentie om hun organisatie wendbaarder te maken. De gemeenten die hier nu wel volop mee bezig zijn maken stappen door bijvoorbeeld de medewerkers te faciliteren met een social platform om samenwerken en kennisdeling binnen de gehele organisatie te stimuleren. (En later ook buiten de organisatiegrenzen) Of door bijvoorbeeld een online participatieplatform (zoals het voorbeeld van Reykjavik) te initiëren. Volgens mij moeten we ons blijven realiseren dat gemeenten een hele weg hebben te gaan, dat ze er nog lang niet zijn en nog heel veel fouten zullen maken (die ook nodig zijn om van te kunnen leren.)

    Ik praat dagelijks met ambtenaren die graag vooruit willen, Ze zien de nieuwe manier van organiseren liever gisteren dan vandaag gebeuren. De realiteit is dat niet ieder mens even snel kan of wil veranderen. En omdat organisaties nou eenmaal groepen mensen zijn betekend dat het nog wel even kan duren voordat alle gemeenten in Nederland zo ver zijn.

    Verder wil ik niet ingaan op wat een typische ambtenaar is, hoe die denkt en of diegene wel of niet op prestatie wordt afgerekend. Net zo goed dat er naar mijn idee niet een gemiddelde werknemer, zzp'er, burger of Nederlander bestaat, ben ik van mening dat er een gemiddelde ambtenaar bestaat.

    Nog even voor de duidelijkheid, ik ben zelf geen ambtenaar. ;-)

  4. Dank je Edwin voor je reactie.
    De ambtenaar en de ambtelijke organisatie zijn inderdaad cruciaal voor het voor elkaar krijgen van de werkelijke verandering in de praktijk. Voor ambtenaren die vooruit willen zijn goede voorbeelden belangrijk om anderen te overtuigen. Voor overheden (of met een groot woord de democratie) is wel belangrijk dat uitgezocht moet worden op welke manier sociale media ingezet kunnen worden zodat de uitkomsten eerlijk en representatief zijn. Dat wil zeggen dat niet een kleine groep (met een bepaalde achtergrond) de besluitvorming gaat domineren. Van Reybrouck stelt loting voor als de meest eerlijke vorm. Ik denk dat dit voor veel overheden een te grote stap zal zijn. Neemt niet weg dat er best op onderdelen mee geëxperimenteerd kan worden. Ik denk net als jij dat durf om te experimenteren, met acceptatie van de bijhorende fouten, tot veel moois kan leiden.

  5. http://www.ensie.nl kan onder cocreatie vallen als de 'experts' ook gecorrigeerd kunnen worden en dus samen met bezoekers de definities kunnen vervolmaken. Is mij uit de website nog niet duidelijk.

    1. Interessant. Hoe gaat dat dan? Vormen ze eerst een community? Ik krijg namelijk de indruk dat het een gesloten systeem is.

  6. Verbindingen leggen tussen "de hiërarchie van de overheid" en "het netwerk in de samenleving"… In de praktijk gaat het om vele 'communities of interest' (zowel on- als offline) die niet samenvallen met doelgroepen-beleid van de overheid. Luisteren en kijken naar initiatieven van burgers zou een mooi begin zijn om de topdown-benadering te laten kantelen… denk ik toch.

    1. Ik denk dat je gelijk hebt: vooral goed kijken en luisteren en bereid zijn hier iets mee te doen. Meestal gaat het nog andersom: kaders en doelgroepenbeleid staan vast en bekeken wordt hoe de wensen en behoeften van burgers daarin geperst kunnen worden. Terwijl het beter kan zijn de kaders te veranderen.

  7. Ik ervaar een grote bereidheid onder de gemeentes om de burgers mee te laten denken en al in een vroeg stadium draagvlak te creëren. Ik onderscheid wel twee verschillende zaken. Met social media krijg je vooral een goed beeld wat er speelt in de leefomgeving en kan je informatie zenden. Wil je dat burgers echt gaan participeren in beleidsvraagstukken dan heb je ook een gespecialiseerde tool nodig. Wij gebruiken hiervoor Spilter http://shortly.nl/mVc . Je zet al dan niet online je vragen uit, categoriseert de antwoord en daarna kan je laten rangschikken, budgetten verdelen etc.. Het probleem wat zich vaak voordoet is dat de ambtenaren wel op zoek zijn naar ideeën en initiatieven van burgers maar dezelfde burgers geen prioriteiten hierover mogen uitspreken. De angst dat de raad is anders wil of dat de burgers te weinig kennis hebben over de gevolgen van de beslissing. Wij besteden dan ook veel tijd aan de juiste opdrachtstelling en het bijbehorende verwachtingspatroon voor alle deelnemende partijen.

Comments are closed.

Dit artikel is 13.992 keer gelezen