De discussie over privacy met betrekking tot social media gaat onverminderd door. Een deel van de discussie focust zich op de Facebooks van deze wereld die het soms niet zo nauw nemen met de privacy van haar gebruikers. Een ander deel vind ik zelf veel interessanter, het deel dat gaat over hoe mensen zelf omgaan met hun eigen privacy. En dan heb ik het niet over het goed instellen van je privacyinstellingen, maar eerder over het besef van wat je wel en niet online plaatst en wat er allemaal mee kan gebeuren.

Kort geleden las ik op 42bis de bijdrage van gastblogger Clarinda Moonen, getiteld Ik tweet, pin, post, dus ik besta. Clarinda schrijft over zelfpresentatie op social media: kort gezegd de manier waarop mensen zichzelf online presenteren. Als afstudeerscriptie heb ik destijds ook over dit onderwerp geschreven, en Clarinda’s stuk is voor mij aanleiding om te doen wat ik langer van plan was: deze scriptie ontdoen van overbodig academisch geneuzel en in blogvorm uitleggen waar volgens mij de crux zit op het gebied van privacy en online zelfpresentatie.

Goffmans theater

Ik weet het, ik zou het academisch geneuzel achterwege laten. Maar ik duik toch heel even de literatuur in. Het werk van Erving Goffman was voor mij als eerstejaars student een verademing. Andere auteurs op de literatuurlijst leken er een sport van te maken simpele concepten te verpakken in nodeloos ingewikkelde metaforen. Goffman deed het omgekeerde: relatief lastige concepten vertalen naar een simpele metafoor. In The presentation of self in everyday life  uit 1959(!) stelt Goffman dat mensen in hun interactie met anderen voortdurend bezig zijn met het opvoeren van een performance.  In interactie met anderen speelt iedereen een rol. Afhankelijk van de setting kan deze rol veranderen. Zo speelt een manager in een groot bedrijf op de werkvloer een andere rol dan diezelfde persoon thuis speelt als hij tijd doorbrengt met zijn gezin. Om dit concept uit te leggen maakt Goffman een analogie met een theatervoorstelling. Er is immers sprake van iemand die een rol speelt, er is sprake van een publiek en je kunt gebruik maken van kostuums en attributen om de rol die je speelt verder te definiëren. Het belangrijkste is in mijn ogen echter het onderscheid tussen frontstage en backstage.

Frontstage en backstage

Een bekend voorbeeld is dat van de ober in een chique restaurant. Voor de ober is het belangrijk dat hij zich juist presenteert, dat hij de “rol van ober” goed speelt. Hij maakt dus gebruik van de juiste kostuums en attributen en zegt de juiste dingen tegen de gasten. In het restaurant waar de mensen zitten te eten bevindt zich de frontstage van de performance van de ober-rol. Er is echter ook een backstage. Dit is bijvoorbeeld de keuken of de pauzeruimte; in elk geval een ruimte waar de gasten de ober niet kunnen zien of horen. Hier kan de ober ontspannen van zijn rol. Volgens Goffman wordt een succesvolle performance van een rol niet alleen bepaald door de “acteerkwaliteiten” van de mensen en de juiste attributen en kostuums, maar ook door het onderscheid tussen frontstage en backstage. Stel je voor dat een van de gasten per ongeluk de keuken binnenloopt, waar de net zo vriendelijke ober schuine moppen staat te tappen over de gasten in het restaurant. Hier valt de performance in het water en is er sprake van gezichtsverlies.

Performance van identiteit online

In het tijdperk vóór online communicatie was het scheiden tussen frontstage en backstage niet zo moeilijk. Een muur, gesloten deur, of simpelweg genoeg afstand was prima afdoende om verschillende rollen succesvol van elkaar te scheiden. Dit werd moeilijker toen communicatie ineens ook online ging gebeuren. In de begindagen was dit nog niet zo lastig. In text-based online games (bijvoorbeeld MUD‘s: multi-user dungeons) kon je de rol spelen die je wilde spelen. Het was vrijwel onmogelijk om de echte identiteit van de spelers te achterhalen. Frontstage en backstage waren perfect gescheiden en je kon hiermee ook het scherpe onderscheid maken tussen je offline en je online identiteit.

frontstagebackstage

Het verdwijnen van de backstage

Het mooie onderscheid tussen een offline (backstage) en een online (frontstage) ruimte is tegenwoordig nauwelijks meer aanwezig. Als je bijvoorbeeld je “Facebook-identiteit” beschouwt als je online identiteit, die je bij elkaar typt, klikt en fotografeert, dan is dit veel meer het verlengde van je offline identiteit, dan een tegengestelde ervan. Met andere woorden: je online identiteit op social media moet je voortdurend “performen”. Het moeilijke zit hem in het feit dat de social media inmiddels diep in onze “offline” wereld zijn geworteld. Vrijwel iedereen heeft tegenwoordig een smartphone, terwijl ik met iemand praat kan ik gemakkelijk een snel haar Facebook- of LinkedIn-profiel checken. Er is niet langer sprake van een frontstage en een backstage van je performance, die lopen voortdurend door elkaar heen. Een gevolg is ook dat je je dus nergens meer kunt ontspannen van je verschillende rollen. Hier zit dan ook meteen een belangrijke conclusie: je offline identiteit en je online identiteit moeten goed matchen, anders is er een serieus risico op gezichtsverlies. Dat wil zeggen dat je heel bewust moet omgaan met wat je online plaatst, hoe je je zinnen formuleert en toont en vooral ook rekening houdt met wie al deze informatie te zien kan (en zal) krijgen.

Zelf probeer ik zoveel mogelijk er voor te zorgen dat mijn profielen op de sociale media zo goed mogelijk overeenkomen met “de werkelijkheid”. Natuurlijk kies je er soms bewust voor om positieve ontwikkelingen en leuke dingen meer aandacht te geven, maar uiteindelijk kun je mensen toch niet voor de gek houden.  Toch merk ik dat veel mensen dat wel doen, zoals Clarinda in haar blog ook opmerkte. De vraag is wat je er mee denkt te winnen.  Ik ben wel benieuwd hoe anderen daarmee om gaan? Merken jullie van jezelf dat je probeert goed (beter) voor de dag te komen op sociale media? Deel je alleen positieve ervaringen en houd je tegenvallers voor jezelf?

Voor een veel uitgebreider (en ja hier en daar ook abstracter en saaier) verhaal over online zelfpresentatie, hier staat mijn scriptie : De voortdurende staat van gezichtsverlies.

0 Shares:
8 comments
  1. Interessant verhaal. De metafoor waarin de keukendeur een rol speelt spreekt erg tot de verbeelding. En het lijkt erop dat in de huidige digitale sociale netwerken deze deur ook verdwijnt. De open keuken is weer helemaal terug.

  2. Goffman rules, maar lees in het licht van deze discussie ook eens het werk van Jeroen de Koster over Social Identity. Je hebt de keuze om te zijn wie je wilt zijn, ook met Facebook en andere social netwerken. Neem communities als BMEZine.com en het werk van Shannon Larrat: prima voorbeelden van hoe open/gesloten mensen binnen een community kunnen zijn. Ik denk alleen wel dat het theater ontdaan is van zijn gordijnen, zo gezegd. Daar is op zich niets mis mee, zo lang je dat zelf maar goed weet te managen.

    Ik gebruik Facebook voornamelijk privé en Twitter voornamelijk zakelijk en om een nieuwe baan te vinden. Die lijnen probeer ik te scheiden, maar dat vergt soms nogal wat discipline merk ik. Persoonlijk lig ik er niet wakker van maar ik ben me wel bewust dat een 'verkeerde' tweet mijn profiel kan beschadigen.

    1. Bedankt voor de tips, ik ga er zeker even naar kijken! Scriptie en bijbehorend onderzoek is al van een hele tijd geleden, maar ik blijft het een interessant en relevant onderwerp vinden!

  3. Goed verhaal. Het blijft altijd mooi om te zien dat in het dagelijks leven mensen zich niet altijd bewust zijn van die online en offline verwevenheid. Ik duik je scriptie ook zeker even in!

  4. Mooi stuk! Heerlijke metafoor inderdaad, waarbij ik het erg leuk vind een generatie te zien opgroeien die moeiteloos zullen gaan schakelen (het al dan niet al doen) tussen hun individu en virtividu, om het maar even zo te noemen. Ik probeer net als jij offline en online zo goed mogelijk met de werkelijkheid overeen te laten komen. Toch betrap ik me, er nu ik er over nadenk, op dat ik toch eerder een foto + post van mijn dochter maak die iets 'leuks' doet dan dat ik een foto maak van het vreselijke aankleeddrama in de ochtenduren ;-) Gaat er dan onbewust ergens toch iets mis? ;-)

  5. leuk, en ook leuk dat iemand nog MUDs kent ;-) Het werk van Hogan is ook interessant, hij argumenteert dat mensen nu eerder de curator van hun eigen museum zijn omdat ze kunnen kiezen wat ze op sociale netwerken posten en andere mensen dat ook kunnen bekijken als ze niet online zijn

Comments are closed.

Dit artikel is 8.220 keer gelezen