Ze arriveert in een enorme auto, ziet er prachtig uit en één van de eerste dingen die ze zegt is dat parttime werknemers gewoon lastig zijn: “Life is not a bowl of sugar.” Nee, schud ik driftig mijn hoofd, terwijl ik om 12.30 uur dus wél wegscheur om de kinderen te halen. Nox is ook de eerste die mij vooraf vraagt naar de interviewvragen en wat de uitkomst van het interview zou moeten zijn. Later vertelt ze dat ze 42bis ook nog even in ‘Google Translater’ heeft gegooid. Typisch vrouwelijk of gewoon goed voorbereid? Lees het interview met Nox Luthuli over Zuid-Afrika, de Afropreneur, social media en haar eigen bedrijf dat de grens over gaat, ooit.

Waarom dit interview?

Nog even kort de reden voor dit interview. Voor 42bis schreef ik dit stukje over de Afropreneur: de jonge ondernemende, netwerkende en succesvolle zwarte Afrikaan die de wereld verovert en Afrika op de kaart zet. Waarom Afrika? Omdat Afrika rules! Recente berichten in The Economist en het Financieel Dagblad schrijven allemaal over de grote kansen die Afrika biedt. Westerse bedrijven moeten niet aarzelen, maar NU instappen. Eerder interviewde ik ondernemer Arthur van Wijk en DJ Trevor Williams. Nox is de derde en laatste die ik interview over de Afropreneur in Zuid-Afrika.

Achtergrond, Ubuntu (Oeboentoe, fonetisch dan)

Nokuthula (Nox) Luthuliwordt geboren in Durban, maar verhuist met haar moeder en oudere broers naar Newcastle om zich bij haar zieke oma te voegen. Het is

een klein dorp met niks dan kolen- en mijnbouw, midden in de bergen, een uur van Durban vandaan. Haar moeder woont nog steeds in het dorp dat nu door de hoge werkloosheid en weinig geschoolde mensen zwaar getroffen is door HIV. Haar vader is fabrieksarbeider, blijft daarom in Durban en reist op en neer. Het gezin is hecht en de belangrijkste waarde is dat ze er altijd voor elkaar zijn. ‘Ubuntu’ noemt Nox het en het ‘er voor elkaar zijn’ gaat verder dan het eigen gezin. “We understand you are what you are, because of who we are.” Ze vult aan: “In de zwarte gemeenschap gaan we wel voor succes, maar niet alleen voor ons eigen gewin. We voelen een bepaalde verantwoordelijkheid om successen en tips te delen. Dat is denk ik door de geschiedenis (Apartheid) versterkt. Kennis en economisch interessante terreinen waren niet toegankelijk voor de zwarte bevolkingsgroep. Het is diep geworteld in ons, nu we toegang tot kennis hebben, moeten we die kennis delen en successen vieren. Als er in de ‘black community’ uit een klein dorp een dokter is benoemd, als iemand een onderneming start, of in de krant staat, dan vieren we dat.”

Work hard, play hard

Ze gaat als enige van de vier kinderen naar de universiteit. Ze studeert ‘science’ en werkt hard. Als iets niet lukt, doet ze het opnieuw ‘Try harder’ is haar devies. Na haar studie start ze als trainee bij Unilever waar ze haar eerste kindje krijgt (vorig jaar is de tweede geboren) en snel carrièrestappen maakt van productontwikkeling naar marketing. Ze leert de consument te begrijpen, over het nut van veldonderzoek, over de noodzaak producten te ontwikkelen die de mensen ook echt nodig hebben. “Als je van dichtbij meemaakt dat mensen hun kleren met de hand met zeep wassen en baat zouden hebben bij een stuk zeep dat lang meegaat, dan moet je dat dus produceren.”

Ondernemen: “Everybody is born to Bloom”

Na acht jaar begint het te kriebelen. Ze wil iets betekenen, het verschil kunnen maken in het leven van anderen. Nox besluit de gok te wagen en start haar eigen onderneming: Bloom marketing. Het groeit uit tot een succesvolle onderneming die groeit door de mensen. De medewerkers helpen elkaar, niemand wordt buitengesloten, het is een grote ‘Bloom family’. Het bedrijf zit inmiddels ook in Johannesburg en heeft bijna 20 werknemers. Het succes van haar bedrijf is ook te meten aan de verzoeken voor stageplekken die ze tegenwoordig binnen krijgt van studenten en van de Hoge Scholen in de omgeving. “We all bloom together en het zou mooi zijn als we uiteindelijk ook internationaal gaan,” zegt ze terwijl ze dromerig naar buiten staart.

Social Media

Bloom bouwt merken, alles draait om interactie. Social media speelt daarin een belangrijke rol. Uit de resultaten van het in 2011 in Zuid-Afrika gehouden bevolkingsonderzoek (Census 2011) blijkt dat 35,2% van de Zuid-Afrikaanse huishoudens toegang heeft tot internet. 16.3% heeft toegang via een mobiele telefoon, 8.6% heeft thuis een internetverbinding. Met name de mobiele markt groeit als een dolle en de interactie op Facebook is ‘huge’.

Ik haal een voorbeeld van Ponds (groot in Zuid-Afrika onder met name de zwarte bevolking) aan. Ponds zat binnen zes maanden op 100.000 actieve followers. Als Ponds op Facebook vraagt om ‘Hello’, dan wordt er ook ‘Hello’ gezegd (zie het plaatje). Het verbaast mij. Het verbaast Nox helemaal niet. Ze legt uit dat iedereen de behoefte heeft ergens bij te willen horen. Veel mensen in Zuid-Afrika wonen in afgelegen gebieden in kleine dorpjes en hebben nu ineens toegang tot de grote wereld. Ze kunnen ergens bij horen en ze hebben ook nog eens ‘een stem’. Ook daarom is Facebook een ideaal extra (Nox onderstreept het ‘extra’) hulpmiddel om ideeën te testen, je bereikt veel meer mensen dan wanneer gebieden af zou gaan, met name in Zuid-Afrika dat soms letterlijk onherbergzaam en uitgestrekt is. Wat betreft internet staan we nog maar aan de wieg. Kijk naar internetwinkel Zando, die doen het zo goed, online wordt alleen maar groter.

Doet de overheid genoeg?

Ik vraag Nox of de overheid een goed ondernemersklimaat stimuleert. Ze zegt dat ze doen wat ze kunnen, maar dat je niet op ze kunt bouwen.

  1. De overheid helpt door bijvoorbeeld ‘awards’ in combinatie met een geldbedrag toe te kennen aan bedrijven die groeien. Je moet alleen wel weten dat die awards bestaan, daar zou meer aandacht voor moeten zijn.
  2. Er wordt wel wat aan PR van goede bedrijven gedaan – zo is Nox in 2009 op een gesponsorde business trip naar Cannes geweest – maar ook dat zou wel wat meer mogen.

Nox zou de overheid willen adviseren lokale bedrijven te linken aan buitenlandse bedrijven om zo kennis uit te wisselen en er misschien zelfs ‘global agencies’ van te maken. Nox is voorzichtig in haar uitlatingen, weigert zich negatief uit te laten over de overheid: “Je bent zelf verantwoordelijkheid voor groei, van een afwachtende houding is nog nooit een bedrijf groter geworden.”

Afropreneur?

Deelt Nox zelf haar kennis? Haar doel is dat de mensen die bij haar werken een beter mens worden doordat ze bijvoorbeeld hun school afmaken tijdens het werk en veel van haar oude werknemers werken nu bij multinationals. Bij Bloom werken meer vrouwen dan mannen. Ik zeg dat ik het opvallend vind dat veel vrouwen stoppen met werken als er kinderen geboren worden. Nox vindt dat je beter kunt starten met werken en kunt stoppen, dan überhaupt niet aan het werk gaan. Je stroomt later toch makkelijker weer in.

En parttime werken? Ze lacht en zegt dat het lastig is. Je wil toch de beste mensen in je bedrijf en aanwezigheid telt. En de kinderopvang dan (ik ben zelf niet razend enthousiast)? Nox vindt die prima: “De ‘over protectie’ van kinderen hier in Zuid-Afrika slaat sowieso nergens op. Je kinderen continu bij je houden bereidt je toch niet voor op een leven in de echte wereld? Het zijn de kinderen die later huilend aan je bureau staan als ze een deadline niet halen.” Ze heeft juist een passie om vrouwen te motiveren zichzelf te ontwikkelen zodat ze zelfstandig in hun onderhoud te kunnen voorzien. Ze geeft lezingen en interviews en ze is bezig met een boek over het ‘Empoweren van vrouwen’. Genoeg te doen dus en genoeg zaadjes die ongetwijfeld ook weer zullen bloeien. “Absoluut,” zegt ze: “I want to be a somebody, ik wil het leven maximaal geleefd hebben en dat zou iedereen moeten willen.”

Reflectie

Nox is met recht een Afropreneur. Ze deelt kennis, ‘empowered’ vrouwen, is moeder van twee kinderen, heeft een goed lopend bedrijf en ziet er tip top verzorgd uit. En om terug te komen op die grootse dingen waar ik eerder over schreef, in Nederland zijn we misschien sneller en verder, maar voor hoe lang? Dat ‘Life is not a bowl of sugar’ houdt me bezig, net als ‘Ubuntu’. Moeten wij in het Westen niet wat harder werken om andere continenten zoals Afrika ook in de toekomst bij te kunnen benen? En dat delen? Zou de wereld er niet heel anders uitzien als ook wij ‘Ubuntu’ wat meer toepassen? Misschien een mooie gedachte om deze decembermaand op door te filosoferen. Work hard, play hard en eerlijk zullen we alles delen.

0 Shares:
Dit artikel is 4.918 keer gelezen